Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal.Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal:*genummerd 2015288539 160113.1107.EIND (onderzoek 09TFCNocis), opgemaakt door politie Midden-Nederland, bestaande uit:- het einddossier, 22 ordners, pagina 1 tot en met 10.396;- aanvulling 1 op het einddossier NOCIS, 1 ordner, pagina 1 tot en met 555;- aanvulling 2 op het einddossier NOCIS, 1 ordner, pagina 557 tot en met 1057;- aanvulling 3 op het einddossier NOCIS, 1 ordner, pagina 1058 tot en met 1554;- aanvullend dossier 2, 4 ordners, pagina 1 tot en met 1351;- derde aanvullend einddossier NOCIS, pagina 1 tot en met 462;- vierde aanvullend einddossier NOCIS, pagina 1 tot en met 99;- vijfde aanvullend einddossier NOCIS, pagina 1 tot en met 96;- zesde aanvullend einddossier NOCIS, pagina 1 tot en met 213;.*genummerd 160104.1343.REL (onderzoek MDRBB15017 Pyro), opgemaakt door politie Midden-Nederland, bestaande uit het einddossier, 3 ordners, pagina 1 tot en met 1.137, alsmede een – niet genummerd - aanvullend proces-verbaal opgesteld naar aanleiding van op 21 maart 2016 door M. Hoekzema ingediende onderzoekswensen.Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344, eerste lid, sub vijf, van het Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
Hof Arnhem-Leeuwarden, 03-12-2020, nr. 21-002042-18
ECLI:NL:GHARL:2020:10097, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
03-12-2020
- Zaaknummer
21-002042-18
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHARL:2020:10097, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 03‑12‑2020; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:357
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2018:1184, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 03‑12‑2020
Inhoudsindicatie
Witwassen van bitcoins door deze om te zetten in contant geld. Hennepteelt. Wapenbezit. Onderzoek Nocis/Pyro.
Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002042-18
Uitspraak d.d.: 3 december 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland (zittingsplaats Utrecht) van 3 april 2018 met parketnummer 16-707111-15 in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
wonende te [woonplaats] .
Het hoger beroep
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 26 maart 2019 (waarna op 9 april 2019 een tussenarrest is gewezen) en 19 november 2020 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaten-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft ook kennisgenomen van hetgeen naar voren is gebracht door de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M. Hoekzema.
Het vonnis waarvan beroep
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen en opnieuw recht doen, omdat het hof op onderdelen op andere gronden tot de bewezenverklaring en tot een andere kwalificatie van het onder 2 bewezenverklaarde komt dan de rechtbank. Ook zal het hof een iets andere straf opleggen dan de rechtbank. Het vernietigen van het vonnis laat echter onverlet het hof dat zich in grote mate kan verenigen met de bewijsconstructie van de rechtbank, die grotendeels (letterlijk) zal worden overgenomen in dit arrest.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging in eerste aanleg, tenlastegelegd dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 september 2015, in de gemeente Enschede en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
a.
voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) en/of bitcoin(s) heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) en/of bitcoin(s), gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddelijk of middelijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf en verdachte en/of verdachte(s) mededader(s) van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt
en/of
b.
van voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) en/of bitcoin(s), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op voorwerpen, te weten voornoemde geldbedrag(en) en/of bitcoin(s), was/waren en/of heeft verborgen en/of verhuld wie voorwerpen, te weten een of meer geldbedrag(en) en/of bitcoins, voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddelijk en/of middelijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en verdachte en/of verdachtes mededader(s) van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een of meerdere van de volgende handelingen verricht:
( (een) afspra(a)k(en) gemaakt met een of meer afnemer(s) van bitcoins, tegen een (bovengemiddeld) commissietarief,
( waarbij verdachte naar de afgesproken plaats kwam om voornoemde bitcoins om te ruilen voor contante geldbedrag(en) (tot een totaal van ongeveer 1.763.290,- euro);
2.
hij op of omstreeks 2 november 2015 in de gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand aan [locatie] ) een hoeveelheid van ongeveer 907, althans een groot aantal, hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 2 november 2015 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2,36 gram, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende amfetamine en/of ongeveer 3,1 gram, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde amfetamine en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 2 november 2015 in de gemeente Enschede een wapen van categorie III, te weten een gas-/alarmpistool (merk Röhm, model RG3), voorhanden heeft gehad.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Onder de naam Nocis is door de politie Midden-Nederland, Team Financieel-economische Criminaliteit, een onderzoek gedaan naar een aantal handelaren in bitcoins, te weten [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] . In dit onderzoek is de naam van de verdachte naar voren gekomen en daarbij is de verdenking gerezen dat de verdachte van misdrijf afkomstige bitcoins aan (één van) deze handelaren heeft geleverd (feit 1). Vervolgens is de verdenking ten aanzien van de feiten 2, 3 en 4 ontstaan.
Verweren
Feit 1
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken, omdat niet kan worden vastgesteld dat de desbetreffende bitcoins afkomstig waren uit enig misdrijf en, voor het geval het hof tot een ander oordeel komt, niet kan worden vastgesteld dat de verdachte (al dan niet in voorwaardelijke zin) wist van die criminele herkomst van die bitcoins. Hiertoe is onder meer aangevoerd dat de verdachte een uitleg heeft gegeven over de herkomst van de bitcoins die hij heeft gewisseld tegen contant geld, namelijk dat hij dit bitcoins heeft verkregen door de verkoop van Magic Truffels en cannabiszaden op het ‘darknet’.
Verder heeft de raadsvrouw bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken van een aantal bitcoin-transacties waarvoor geldt dat de rechtbank bewezen heeft geacht dat de verdachte deze heeft uitgevoerd. Hiertoe is aangevoerd dat de desbetreffende vaststellingen van de rechtbank zijn gebaseerd op de administratie van het bedrijf van [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] , terwijl, zoals mede blijkt uit verklaringen van [betrokkene 3] daarover, deze administratie onvoldoende betrouwbaar is om dergelijke vaststellingen op te kunnen baseren. Verder is aangevoerd dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer] , omdat uit het desbetreffende proces-verbaal niet blijkt waarop de verbalisant de stemherkenning heeft gebaseerd. Dit brengt mee dat de verdachte behoort te worden vrijgesproken van de transacties die op grond van dat telefoonnummer aan hem zijn toegeschreven, aldus de raadsvrouw.
In het verlengde hiervan heeft de raadsvrouw bepleit dat, als de verdachte van een aantal transacties wordt vrijgesproken, niet kan worden vastgesteld dat hij van het plegen van het witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Feit 2
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde heeft de raadsvrouw bepleit dat het hof de verdachte zal vrijspreken, omdat er onvoldoende bewijs om te kunnen vaststellen dat de verdachte als medepleger heeft bijgedragen aan de hennepteelt.
Oordeel van het hof1.
Ten aanzien van feit 1
Trades voor een totaalbedrag € 1.719.990
Ten behoeve van het onderzoek Nocis is tijdens een doorzoeking op 29 september 2015 op het adres [adres 1] (het kantooradres van [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ) hardcopy- en softcopy-administratie in beslag genomen. De politie heeft op basis van deze administratie een overzicht gemaakt van de geldstromen over de periode van 8 september 2014 tot en met 28 september 2015 (totaallijst trades).2.Dit overzicht geeft inzicht op welke dag welke uitgaande geldstroom plaatsvindt, aangevuld met een omschrijving over de bestemming van de uitgaande geldstroom en de naam van degene die de geldstroom heeft uitgevoerd.3.In het overzicht komt de naam “ [voornaam verdachte] ” naar voren als bestemming van de uitgaande geldstroom (hierna: trade). Wanneer het overzicht wordt gefilterd op de naam “ [voornaam verdachte] ”, resulteert dat in de volgende trades:4.5.
Datum | Uitgevoerd door | Bedrag | Omschrijving |
18-09-2014 | [betrokkene 1] | 62.600 | [voornaam verdachte] |
07-10-2014 | [betrokkene 1] | 63.700 | [voornaam verdachte] |
07-11-2014 | [betrokkene 2] | 80.000 | [voornaam verdachte] |
29-11-2014 | [betrokkene 1] | 50.200 | [voornaam verdachte] |
11-12-2014 | [betrokkene 1] | 80.000 | [voornaam verdachte] |
18-12-2014 | [betrokkene 2] | 66.400 | [voornaam verdachte] |
09-01-2015 | [betrokkene 2] | 56.350 | [voornaam verdachte] |
30-01-2015 | [betrokkene 2] | 60.000 | [voornaam verdachte] |
14-02-2015 | [betrokkene 2] | 80.250 | [voornaam verdachte] |
27-02-2015 | [betrokkene 3] | 70.000 | [voornaam verdachte] |
04-03-2015 | 80.000 | [voornaam verdachte] | |
07-03-2015 | [betrokkene 1] | 65.000 | [voornaam verdachte] |
14-03-2015 | [betrokkene 1] | 70.350 | [voornaam verdachte] |
17-04-2015 | [betrokkene 1] | 82.000 | [voornaam verdachte] |
25-04-2015 | [betrokkene 3] | 72.100 | [voornaam verdachte] |
05-06-2015 | 90.000 | [voornaam verdachte] | |
13-06-2015 | [betrokkene 1] en [betrokkene 3] | 50.000 | [voornaam verdachte] |
23-06-2015 | [betrokkene 3] | 54.560 | [voornaam verdachte] |
01-07-2015 | [betrokkene 3] | 39.450 | [voornaam verdachte] |
06-07-2015 | [betrokkene 3] en [naam 1] | 45.440 | [voornaam verdachte] |
07-08-2015 | [betrokkene 3] | 50.000 | [voornaam verdachte] |
14-08-2015 | [betrokkene 3] | 100.000 | [voornaam verdachte] |
26-08-2015 | 61.000 | [voornaam verdachte] | |
05-09-2015 | [betrokkene 3] | 88.550 | [voornaam verdachte] |
12-09-2015 | [betrokkene 3] | 102.040 | [voornaam verdachte] |
Totaal | € 1.719.990 |
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij contante geldbedragen voor bitcoins heeft ingewisseld bij [betrokkene 3] .6.
Voor het omwisselen van de bitcoins in contanten werd afgesproken in Hengelo.7.
[betrokkene 3] had geen andere contacten in Hengelo dan de verdachte.8.
Op 29 september 2015 heeft een doorzoeking plaatsgevonden op het adres [adres 1] (het kantooradres van [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ). Daar hebben twee opsporingsambtenaren van de Belastingdienst/FIOD opsporingshandelingen verricht met betrekking tot een laptop ( […] ). De laptop stond aan en er was ingelogd met een account op naam van [betrokkene 3] . Er zijn de volgende Excelbestanden aangetroffen in de map Dropbox: “Accountslist.xlsx” en “Kosten.xlsx”.
In het bestand “Accountslist.xlsx” staat “ [voornaam verdachte] ” onder de kop “Vaste Guys”. Verder wordt bij deze persoon de plaats Hengelo beschreven. Er zijn geen andere personen met de plaats Hengelo beschreven op de lijst.9.
Het bestand “Kosten.xlsx” betreft een Excelbestand met negen werkbladen: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus en september.
Elk werkblad heeft dezelfde indeling, namelijk een overzicht onder de kop “benzine” (gespecificeerd met data, begin- en eindpunten van de reis en het aantal kilometers) en een kop “externe kosten” (gespecificeerd met omschrijving en bedrag).
In de overzichten van de laatste drie maanden staat onder de kop “externe kosten” de omschrijving “ [betrokkene 3] privé” vermeld.10.
Op 27 februari worden kilometers beschreven naar Hengelo.11.
Op 5 juni, 13 juni, 23 juni, 1 juli, 7 augustus, 14 augustus, 26 augustus, 5 september en 12 september worden kilometers beschreven naar Hengelo.12.
Uit uitgewerkte telecommunicatie van [betrokkene 3] blijkt dat [betrokkene 3] contact heeft met de telefoonnummers:
[telefoonnummer] ;
[telefoonnummer] ;
[telefoonnummer] ;
[telefoonnummer] .13.
Deze telefoonnummers zijn in gebruik bij verdachte.14.In verband met telefoonnummer [telefoonnummer] overweegt het hof hierover het volgende. Op 6 mei 2015 had [betrokkene 1] (als gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] ) telefonisch contact met de verdachte, die in dat gesprek gebruik maakte van telefoonnummer [telefoonnummer] . Verbalisant [verbalisant] heeft dit (opgenomen) telefoongesprek beluisterd en bevonden dat stem van de verdachte goed te herkennen is aan zijn duidelijk hoorbare Twentse accent.15.Op de terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte erkend dat hij spreekt met een Twents accent. Op 15 mei 2015 heeft [betrokkene 1] telefonisch contact gehad met de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] . Ook dit (opgenomen) gesprek is beluisterd door verbalisant [verbalisant] . De verbalisant heeft over dit gesprek bevonden dat hij de stem van de gesprekspartner van [betrokkene 1] herkende als de stem van de verdachte, zonder toe te lichten waarop die herkenning gebaseerd.16.In het resumé van datzelfde proces-verbaal van bevindingen relateert verbalisant [verbalisant] echter dat hij de stem van de verdachte herkende aan het sterke Twentse accent in álle uitgeluisterde en verwerkte gesprekken met het telefoonnummer [telefoonnummer] (welk nummer wordt gekoppeld aan [betrokkene 1] ) waaronder onder meer de gesprekken die zijn gevoerd middels nummer [telefoonnummer] .17.Aangezien de verdachte spreekt met een Twents accent heeft en de verbalisant de stem van de verdachte kende, ziet het hof geen aanleiding om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de stemherkenning betreffende telefoonnummer [telefoonnummer] .
Uit tapgegevens blijkt dat [betrokkene 3] op 5 juni, 13 juni, 7 augustus, 14 augustus, 26 augustus, 5 september en 12 september (telkens) 2015 contact heeft gezocht met de verdachte en met hem heeft afgesproken.18.
De verdachte betaalde voor de diensten van [betrokkene 3] 8-10% van de waarde van de bitcoins op dat moment.19.
De getuige [getuige 1] heeft verklaard dat de winst die het bedrijf (het hof begrijpt: [bedrijf 1] ) op een transactie pakt tussen de 0 en 1,5 procent ligt, maar vaker onder de 1 procent dan daarboven.20.Ook volgt uit zijn verklaring dat alle betalingen plaatsvinden via een bankrekening.21.
[betrokkene 3] heeft verklaard dat hij een afspraak met de verdachte had bij een bedrijventerrein. Volgens hem was het iets met [locatie] .22.De verdachte heeft verklaard dat hij bij de [locatie] een afspraak had voor het omwisselen van bitcoins.23.
Op 2 november 2015 werd bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 2] in beslag genomen:24.een simkaart ( […] ).
Op deze simkaart stonden zestien sms-berichten opgeslagen van het tegennummer [telefoonnummer] , gebruikt door [betrokkene 1] , en één sms-bericht van het tegennummer [telefoonnummer] , in gebruik bij [betrokkene 2] .25.
De sms-berichten hadden de volgende inhoud:26.
Partij | Datum, tijd | Status | Bericht |
[telefoonnummer] | 27-03-2014, 00.28 | Lezen | Is goed. Tot morgen. |
[telefoonnummer] | 27-03-2014, 18.08 | Lezen | Hey kerel. De koers is sterk dalend. Is het niet verstandig als we vandaag wat doen voordat hij verder zakt? |
[telefoonnummer] | 01-04-2014, 14.21 | Lezen | Ontvangen |
[telefoonnummer] | 01-04-2014, 14.24 | Lezen | K heb ze. Laat het je weten. Gr |
[telefoonnummer] | 02-04-2014, 18.29.18 | Lezen | Ontvangen. Ik kom uit op exact € 3.000 |
[telefoonnummer] | 04-04-2014, 11.28.01 | Lezen | Is goed |
[telefoonnummer] | 04-04-2014, 16.16.08 | Lezen | Hoi [voornaam verdachte] . Excuus. Ik hoorde dat mijn collega verkeerd had genavigeerd. Vandaag of morgen, waar en wanneer je wilt kunnen wij heenkomen. Gr [betrokkene 1] |
[telefoonnummer] | 05-04-2014, 01.25.39 | Lezen | Ja geen punt kerel |
[telefoonnummer] | 05-04-2014, 10.20.24 | Lezen | hey gozer. nogmaals sorry van gister.. echt een domme fout. ik zou het eventueel vanmiddag kunnen langsbrengen ik moet namelijk toch in de buurt zijn? mvg […] |
[telefoonnummer] | 05-04-2014, 11.42.55 | Lezen | Hey kerel. K heb hem binnen |
[telefoonnummer] | 08-04-2014, 12.03.12 | Lezen | Hoi [voornaam verdachte] . De afspraak is akkoord. Groetjes |
[telefoonnummer] | 08-04-2014, 19.11.20 | Lezen | ik heb ze! Gr. |
[telefoonnummer] | 11-04-2014, 12.51 | Lezen | K heb ze. Groetjes |
[telefoonnummer] | 15-04-2014, 12.42 | Lezen | Top. Heb t ontvangen |
[telefoonnummer] | 25-04-2014, 11.18 | Lezen | Heb ze binnen. Groetjes |
[telefoonnummer] | 29-04-2014, 11.44 | Lezen | Hey kerel. Klopt het dat ik nog niks heb? Groetjes |
[telefoonnummer] | 30-04-2014, 19.20 | Lezen | Ontvangen. Tot morgen. Groetjes |
Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen, in onderling verband en in samenhang bezien, staat vast dat de verdachte in 25 trades (de trade met “ [voornaam verdachte] mattie” is niet meegenomen) in de periode van 18 september 2014 tot en met 12 september 2015 bitcoins heeft ingewisseld bij [betrokkene 3] , [betrokkene 1] en [betrokkene 2] tegen contante uitbetalingen voor een totaalbedrag van € 1.719.990,-. Het hof licht dit als volgt toe.
Uit de in het Nocis-onderzoek in beslag genomen administratie volgt dat er 25 trades met ene “ [voornaam verdachte] ” hebben plaatsgevonden, dat een “ [voornaam verdachte] ” wordt genoemd als vaste klant met vermelding van de plaats Hengelo en dat er geen andere klanten aan de plaats Hengelo worden gekoppeld. Blijkens de verklaring van de verdachte vond de uitbetaling in contanten door [betrokkene 3] plaats in Hengelo. Uit de tapgegevens kan worden afgeleid dat op 7 van de 25 data genoemd in het trade-overzicht (5 juni, 13 juni, 7 augustus, 14 augustus, 26 augustus, 5 september en 12 september 2015) een afspraak wordt gemaakt tussen [betrokkene 3] en de verdachte om elkaar die dag te ontmoeten. Uit het Excelbestand “Kosten.xlsx” volgt dat [betrokkene 3] ook daadwerkelijk kilometers naar Hengelo heeft geregistreerd voor die dagen. Uit bovenstaand bewijs volgt dat de verdachte vorenbedoelde zeven trades heeft gedaan. Het hof heeft geen reden om eraan te twijfelen dat ook de overige achttien trades met “ [voornaam verdachte] ” van 2014 en begin 2015 aan de verdachte zijn te relateren. Uit de sms-berichten aangetroffen op de bij de verdachte in beslag genomen simkaart, blijkt dat hij al vóór 18 september 2014 (de datum van de eerste trade in het eerder weergegeven overzicht) in contact was met [betrokkene 1] en [betrokkene 2] , waarbij de sms-berichten duiden op de handel in bitcoins.
De door de verdediging geopperde mogelijkheid van een door de politie gemaakte vergissing - de naam “ [naam 2] ” (ook een klant van [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] ) zou kunnen zijn gelezen als “ [voornaam verdachte] ” - is niet aannemelijk geworden. Anders dan de verdediging meent, is de naam [voornaam verdachte] in het dossier goed leesbaar en duidelijk te onderscheiden van “ [naam 2] ( [achternaam] )”. Evenmin is er een aanknopingspunt voor de door de verdediging geuite veronderstelling dat de administratie ook voorgenomen, maar uiteindelijk niet doorgezette trades zou bevatten.
Ter beoordeling staat vervolgens of de verdachte zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Witwasvermoeden
Het hof stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, onder a en b van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel “afkomstig uit enig misdrijf”, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf. Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp “uit enig misdrijf” afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is (Hoge Raad 27 september 2005, NJ 2006, 473 en Hoge Raad 28 september 2004, LJN: AP2124).
Het hof stelt vast dat uit het dossier en het verhandelde ter zitting geen direct bewijs voor de herkomst van de tenlastegelegde geldbedragen en bitcoins kan worden afgeleid.
Nu direct bewijs voor een criminele herkomst van het geld ontbreekt, ligt de vraag voor of op basis van de feiten en omstandigheden - zoals deze uit het onderzoek en het verhandelde ter terechtzitting naar voren zijn gekomen, bezien in samenhang met de zogenaamde typologieën van witwassen, sprake is van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen.
Op grond van de eerder genoemde bewijsmiddelen stelt het hof vast dat de verdachte op meerdere momenten grote hoeveelheden bitcoins bij bitcoinhandelaren [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] heeft gewisseld tegen (aanzienlijke) contante geldbedragen. [betrokkene 1] , [betrokkene 2] en [betrokkene 3] vroegen bij de inkoop van deze bitcoins een veel hogere commissie (8% tot 10%) dan de reguliere bitcoinexchanger [bedrijf 1] (maximaal 1,5%), bij wie de uitbetaling plaatsvindt via een bankrekening in plaats van in contanten. De transacties vonden plaats op een bedrijventerrein.
Voorgaande feiten en omstandigheden, in onderling verband en in samenhang bezien, rechtvaardigen naar het oordeel van het hof het vermoeden van witwassen. Alsdan mag van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk aan te merken verklaring geeft voor de legale herkomst van de bitcoins en de geldbedragen.
Legale herkomst van de bitcoins?
De verdachte heeft verklaard dat hij de bitcoins heeft gewonnen bij online casino’s en heeft verdiend met de - legale - handel in hennepzaadjes en magic truffels via het darknet.
De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij via bitcoinvideocasino in bitcoins uitbetaald heeft gekregen. Naar aanleiding van de verklaring van de verdachte heeft onderzoek plaatsgevonden aan de in beslag genomen laptop en tablet. De site bitcoinvideocasino is echter niet aangetroffen op deze gegevensdragers. Nu de verdachte niet heeft uitgelegd op welke wijze (via welke gegevensdrager), op welke data en hoeveel bitcoins hij heeft gewonnen bij bitcoinvideocasino, is deze verklaring, voor zover verifieerbaar, niet aannemelijk geworden.
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij bitcoins heeft verdiend met de handel in hennepzaden en magic truffels via het darknet. De raadsvrouw heeft aan de pleitnota in eerste aanleg stukken gehecht waaruit blijkt dat de verdachte hennepzaden heeft ingekocht.
Het hof overweegt hierover dat uit de inkoopbonnen van hennepzaad niet blijkt dat de verdachte inkomsten heeft gehad uit deze handel. Uit deze bonnen blijkt slechts dat de verdachte hennepzaad heeft ingekocht, hetgeen in het licht van zijn betrokkenheid bij hennepkwekerijen (zie feit 2 en zijn eerdere veroordeling) geen bevreemding wekt. Ter onderbouwing van de handel in magic truffels zijn geen stukken overgelegd, noch is op andere wijze enige onderbouwing gegeven.
Verder valt op dat verdachte pas ter terechtzitting in eerste aanleg voor het eerst heeft verklaard over (legale) inkomsten uit de handel in hennepzaden en magic truffels. Ten slotte is uit onderzoek gebleken dat er na 2011 geen salaris- en loonheffingsgegevens van de verdachte bekend zijn, zodat ook langs die weg niet blijkt van enige legale inkomsten.
Gelet op al het voorgaande acht het hof de verklaring van de verdachte, inhoudend dat hij bitcoins heeft verdiend met handel in hennepzaden en magic truffels, onvoldoende concreet, en voor zover verifieerbaar, niet aannemelijk geworden.
Conclusie
Nu de verdachte geen concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de legale herkomst van de bitcoins, kan het naar het oordeel van het hof niet anders zijn dan dat deze bitcoins en het totale contante geldbedrag van € 1.719.990,- - middellijk of onmiddellijk - afkomstig zijn uit enig misdrijf, alsmede dat de verdachte ten minste bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat dit het geval is.
Gewoontewitwassen
Gelet op de omvang van het bedrag dat door de verdachte is witgewassen, de periode waarin dit is gebeurd en het feit dat dit is gebeurd in 25 transacties, acht het hof bewezen dat sprake is van gewoontewitwassen.
Feit 2
Op 2 november 2015 werd de verdachte voorafgaand aan de doorzoeking van het bedrijfspand aan de [locatie] te Hengelo aangehouden. Bij de verdachte werden sleutels aangetroffen. Met behulp van één van de bij de verdachte aangetroffen sleutels werd toegang verschaft tot het bedrijfspand. Tijdens de doorzoeking bleek dat vóór en strak tegen een - vermoedelijk oorspronkelijke - muur een tweede muur was gemetseld. Achter deze muren werd door de politie aangetroffen:
een in werking zijnde hennepkwekerij van twee verdiepingen, verdeeld in vier verschillende kweekruimten, met in totaal 941 hennepplanten en diverse stekjes;
een aggregaat op een aanhangwagen.27.
Tevens werd in het bedrijfspand aangetroffen:
een aanhangwagen met blauwe huif, voorzien van het kenteken [kenteken] en gevuld met hennep-gerelateerde goederen zoals zakken aarde, elektriciteitssnoeren en afvoerbuizen;
een groene brandstoftank met hieraan gekoppeld een brandstofslang;
een kartonnen doos, gevuld met zwarte plastic bloempotten, waarbij op die doos een witte sticker was geplakt waarop stond te lezen:
Seedshop, [verdachte] , [adres 2]
Contact: [verdachte] .28.
een bouwsteiger van het bedrijf [bedrijf 2] .29.
[getuige 2] heeft verklaard dat hij het pand waar de hennepkwekerij in zat huurt.30.[getuige 2] heeft een muur gebouwd en daar achter was de hennepkwekerij gesitueerd. [getuige 2] heeft het zelf gebouwd en heeft daar enige hulp bij gehad.31.
Op 2 november 2015 vond een doorzoeking plaats in de woning van de verdachte en [getuige 3] . Bij deze doorzoeking werd een zwarte Samsung telefoon aangetroffen ( […] ). Uit onderzoek bleek dat deze telefoon was voorzien van een simkaart met nummer [telefoonnummer] .32.
[getuige 3] heeft verklaard dat [voornaam verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) een Samsung telefoon heeft en dat zijn telefoonnummer [telefoonnummer] is.33.
Uit onderzoek is naar voren gekomen da de verdachte, gebruikmakend van het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ), contact had met een man die gebruikmaakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: [telefoonnummer] ).
De politie heeft [getuige 2] gevraagd wie gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] .34.[getuige 2] heeft hierop geantwoord dat dit zijn eigen nummer is.35.
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat de verdachte de gebruiker was van telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ) is en dat [getuige 2] de gebruiker was van het telefoonnummer + [telefoonnummer] ( [telefoonnummer] ). Wanneer in de hierna volgende bewijsmiddelen wordt verwezen naar dit telefoonnummer, zal hierachter telkens “( [getuige 2] )” worden vermeld.
Op 19 oktober 2015 bellen verdachte (D) en [getuige 2] (N) over het ophalen van een aanhanger met een huif:
D: “ja, dan moet je later nog een aanhanger ophalen bij iemand anders… we hebben zo’n ding nodig… zelf”36.
N: “een aanhanger?”
D: “ja tuurlijk”
(…)
D: “je hebt zelf gewoon een nodig voor vast”
N: “voor vast?”
D: “ja wat denk je, als je dat vat op moet halen, dat vat wat dat ding drinkt (…)”.
(…)
D: “ja anders moet je met 10 litertjes heen en weer”
(…)
D: “en dan moet je er ook nog een (1) met een huif hebben”
(…)
D: “oh… ik heb er al een (1) gevonden”
(…)
D: “misschien dat je die vanavond al kunt ophalen, of straks of na de middag”
Op 20 oktober 2015 bellen de verdachte en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [getuige 2] ) met elkaar.
In het eerste gesprek vraagt de verdachte of hij ‘hem’ heeft meegenomen.
[getuige 2] bevestigt dit en zegt dat het druk is in Slagharen, dat het nog wel een uur duurt voor hij er is en dat hij naar Hengelo rijdt.
De verdachte zegt dat hij hem zo ziet.
In een tweede gesprek zegt [getuige 2] tegen de verdachte dat hij voor de deur staat.37.
Op 20 oktober 2015 omstreeks 18.01 uur werd door observerende politieagenten gezien dat een grijze aanhangwagen met blauwe huif voorzien van het kenteken [kenteken] geparkeerd stond op het [adres 3] .
Omstreeks 18.59 uur werd gezien dat voornoemde aanhanger was gekoppeld aan een grijze Renault Laguna voorzien van het kenteken [kenteken] en over het [adres 3] voornoemd reed.
Er werd gezien dat de Renault Laguna werd bestuurd door [getuige 2] .38.
Uit het onderzoek in het register van de Rijksdienst Wegverkeer naar de tenaamstelling van de aanhanger, voorzien van het kenteken [kenteken] , bleek het volgende:
tot en met 23 oktober 2015: [naam 3] , [adres 3] ;
vanaf 23 oktober 2015: [getuige 3] , [adres 4] .
De politie heeft [getuige 2] voorgehouden dat op 20 oktober (het hof begrijpt: 20 oktober 2015) een aanhanger met dichte huif is aangeschaft. [getuige 2] heeft hierop verklaard dat hij die heeft opgehaald. Hij gaat er vanuit dat [voornaam verdachte] (het hof begrijpt: de verdachte) deze betaald heeft.39.
Op de in de woning van de verdachte aangetroffen laptop staat een link naar een Marktplaats‑advertentie opgeslagen met de omschrijving “Dieseltank 1.500 liter”. De foto die bij de advertentie hoort, trof de politie aan op voornoemde laptop.40.
De dieseltank die werd aangeboden in de Marktplaats-advertentie vertoont sterke overeenkomsten met de brandstoftank die werd aangetroffen in het bedrijfspand. Dit blijkt uit:
de rechthoekige bak met hierin een cilindervormige tank;
kleur groen;
het formaat;
het driehoekje met hierin een ronde opening, zichtbaar op één van de lange randen van de bak en bovenop de tank;
de aan de bovenzijde van de tank bevestigde pompunit. Deze pomp bestaat uit een rode motor met hierop een zwart blokje. Aan de zijkant zit een witte / doorzichtige cilinder met een horizontale grijze streep;
dikke lange slang in de kleur donkergrijs / zwart.41.
Op [geboortedag] 2015 belt de verdachte naar het telefoonnummer [telefoonnummer] :
ene [betrokkene 4] neemt op;
het gesprek gaat over de aankoop van potten;
de verdachte wil 1.000 potten afnemen voor een totale kostprijs van 900 euro;
de verdachte en [betrokkene 4] spreken verder nog over 30 liter potten en hoeveel [betrokkene 4] er nog van heeft.42.
De politie heeft onderzoek gedaan naar het telefoonnummer [telefoonnummer] . Vanuit CIOT-bevraging bleek dat dit telefoonnummer een abonnement betrof op naam van [betrokkene 4] , [adres 5] . De personen die op dat adres staan ingeschreven hebben een zoon genaamd [betrokkene 4] . In het GBA staat vermeld dat [betrokkene 4] woonachtig is aan de [adres 6] . De politie heeft onderzoek gedaan via het Internet Research Network op www.marktplaats.nl. De politie heeft op postcode […] gezocht en zag verschillende advertenties aan de [adres 5] en aan de [adres 6] te Vaassen. De politie zag één advertentie met als onderwerp “vierkante 14 liter potten/kweekpotten”. De aanbieder van deze advertentie was genaamd [betrokkene 4] . Er werden ongeveer 1.000 stuks aangeboden. Ook werd er geadverteerd met vierkante 30 liter potten.43.
De kweekpotten die op marktplaats werden aangeboden vertonen grote gelijkenissen met de (kweek)potten die werden aangetroffen in de hennepkwekerij in het bedrijfspand.44.
De verdachte wordt bij de politie voorgehouden dat uit tapgegevens blijkt dat hij bij ene [betrokkene 4] 1.000 potjes heeft gekocht voor 900 euro. De verdachte heeft hierop verklaard dat [getuige 2] en Poortman die potjes hebben opgehaald.45.De verdachte had de bus geleend aan [getuige 2] . Ze reden naar de woning van de verdachte omdat hij die potjes had gekocht en aan [getuige 2] had gevraagd om ze op te halen.46.
Op 6 oktober 2015 belt de verdachte naar de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] ( [getuige 2] ). De verdachte vraagt aan [getuige 2] of hij nog twee pallets kan bestellen van die stenen.
De verdachte vraagt of [getuige 2] het kan betalen als het komt en het even wil voorschieten.
[getuige 2] gaat bestellen.47.
Op 9 oktober 2015 werden luchtfoto’s gemaakt van de woning van de verdachte. Hierop is te zien dat tegen voornoemde woning en naast een bestelbus van het bedrijf [bedrijf 3] een groot wit pakket staat.
Op 12 oktober 2015 omstreeks 11.35 uur werd door observerende politieagenten gezien dat tegen de woning van de verdachte een lege pallet stond.
Op 28 oktober 2015 om 18.22 uur wordt de verdachte ( [telefoonnummer] ) gebeld door [getuige 2] ( [telefoonnummer] ).
[getuige 2] vraagt of er nog lijm moest komen vanavond.
De verdachte zegt ja en ook Rotband, 2 zakjes.
[getuige 2] vraagt welke lijm: quick finish of blokkenlijm.
De verdachte zegt dat het niet uitmaakt als het maar plakt.48.
[getuige 2] heeft verklaard dat hij met de verdachte een bus heeft opgehaald bij [bedrijf 3] . Hij heeft een paar stenen met deze bus opgehaald. Die stenen waren bedoeld om de muur op te bouwen.49.[getuige 2] heeft de stenen voor de te metselen muur in het bedrijfspand besteld en afgehaald.50.
Op 23 oktober 2015 te 19.55 uur belt de verdachte (D) ( [telefoonnummer] ) met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] , zijnde [getuige 2] (N).
D: ja, doen jullie nog wat of niet? ben je al binnen
N: ja wij zijn nu binnen ja
D: ja, ga dan zelf maar wat aan het knutselen
N: ja, is goed
(…)
N: moet je die er nu inboren
D: ja, doe maar dan
N: nou, dan ga ik die er even voorzichtig inboren
D: ja, dat maakt niet zoveel lawaai, zet de radio aan, gewoon dicht doen aan de binnenkant.. maar je kunt precies zien, die drie die liggen daar, voor die drie moet je het even doen… die moet je verdelen over het hele stuk die drie, over die vier meter.51.
In het dossier Pyro zit een contract waarop staat vermeld dat [verdachte] , [adres 2] , van 3 oktober 2015 tot en met 25 november 2015 een aluminium snelbouwsteiger 4,2 meter van [bedrijf 2] heeft gehuurd.52.
De verdachte heeft verklaard dat hij de bouwsteiger die bij de doorzoeking in het bedrijfspand is aangetroffen heeft gehuurd bij [bedrijf 2] .53.
Op 2 november 2015 vond een doorzoeking plaats op het adres [adres 2] . Hierbij is een laptop van het merk Toshiba (A.01.06.009) in beslag genomen. De informatie die op deze laptop staat opgeslagen, is doorzocht. De laptop bevat slechts enkele programma’s en documenten. De sporen die het internetgebruik op deze laptop heeft achtergelaten zijn gevonden in cookies, de favorieten en de opgeslagen geschiedenis van diverse internetbrowsers:
bedrijfs- opslagruimte;
ruimte geluidsdicht maken;54.
aggregaat.55.
Van het in de hennepkwekerij aangetroffen aggregaat zijn foto’s gemaakt. Op deze foto’s is het aggregaat te zien in een geluidsdichte ruimte.56.
Het hof stelt voorop dat de betrokkenheid aan een strafbaar feit als medeplegen kan worden bewezenverklaard, indien is komen vast te staan dat bij het begaan daarvan sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking.
Ook indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering tijdens het begaan van het strafbare feit, maar uit gedragingen die doorgaans met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), kan sprake zijn van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking. De materiële en/of intellectuele bijdrage van de verdachte aan het strafbare feit zal dan van voldoende gewicht moeten zijn.
Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan rekening worden gehouden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Op grond van de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, kunnen de volgende feiten en omstandigheden worden vastgesteld, die leiden tot de conclusie dat de verdachte wel degelijk betrokken is geweest bij de hennepkwekerij, en dat zijn rol zodanig was dat hij kan worden aangemerkt als medepleger.
Tijdens de aanhouding van de verdachte heeft de politie een sleutel van het bedrijfspand bij hem aangetroffen.
In het bedrijfspand is een doos aangetroffen met daarop een sticker van het bedrijf van de verdachte. Op die sticker stond ook zijn naam en woonadres aan de [adres 2] vermeld.
In het bedrijfspand is in een geluidsdichte ruimte een aggregaat op een aanhangwagen aangetroffen. Op de Toshiba laptop, die werd aangetroffen in de woning van de verdachte, is gezocht naar het geluidsdicht maken van een ruimte en gezocht op het woord “aggregaat”.
In het bedrijfspand is een groene brandstoftank aangetroffen, die is te zien op de foto bij de advertentie waarnaar gelinkt was op de laptop van de verdachte.
De kweekpotten die in het bedrijfspand zijn aangetroffen, zijn door [getuige 2] in opdracht van de verdachte opgehaald.
De in het bedrijfspand aangetroffen aanhanger, voorzien van het kenteken [kenteken] en gevuld met hennep-gerelateerde goederen, is door [getuige 2] in opdracht van de verdachte opgehaald.
De in het bedrijfspand aangetroffen bouwsteiger is door de verdachte gehuurd.
De muur in het bedrijfspand waarachter de hennepkwekerij stond, is gebouwd met stenen, lijm en Rotband die in opdracht van de verdachte zijn besteld en opgehaald.
In een telefoongesprek van 23 oktober 2015 zegt de verdachte tegen [getuige 2] dat hij het goed vindt dat ze zelf aan de gang gaan, geeft de verdachte aanwijzingen over het boren en zegt de verdachte dat er niet teveel lawaai mag worden gemaakt.
Het hof leidt uit het (opdracht geven tot het) aanschaffen/huren van de diverse goederen die benodigd zijn voor het opbouwen van de hennepkwekerij, het geven van instructies tijdens de bouw en het beschikken over de sleutel van het bewuste pand af dat de verdachte een initiërende en sturende rol heeft gehad bij het inrichten van de hennepkwekerij in het bedrijfspand en dat hij samen met [getuige 2] de op 2 november 2015 aangetroffen hennep heeft geteeld. Het hof oordeelt dat sprake is geweest van een zodanig nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en [getuige 2] bij het plegen van het onder 2 ten laste gelegde feit, dat de bijdrage van de verdachte kan worden aangemerkt als medeplegen.
Feit 3 en 4
De verdachte heeft het onder 3 en 4 tenlastegelegde bekend. De raadsvrouw heeft geen vrijspraak voor deze feiten bepleit. Het hof volstaat onder deze omstandigheden met een opsomming van de bewijsmiddelen.
Feit 3
de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 23 januari 2018;
een kennisgeving van inbeslagneming artikel 94 Wetboek van Strafvordering (Sv), genummerd PL0900-2015244930-8, doorgenummerde pagina 792 e.v. (Pyro);
een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal onderzoek verdovende middelen van 6 november 2015, genummerd PL0900-2015244930-9, doorgenummerde pagina 299 e.v. (Pyro);
een rapport identificatie van drugs en precursoren van 18 november 2015, genummerd 2015.11.11.014, opgemaakt door NFI-deskundige A.B.M. van Esch -de Bruin, doorgenummerde pagina 305 e.v. (Pyro);
Feit 4
de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 23 januari 2018;
een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van 3 november 2015, genummerd 20150311.1535.AMB, opgemaakt door de politie Midden-Nederland, doorgenummerde pagina 620 (Pyro);
een proces-verbaal van bevindingen van 23 november 2015, genummerd PL0900-2015244930-11, doorgenummerde pagina 621 e.v. (Pyro).
Bewezenverklaring
Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel - ook in zijn onderdelen - slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2014 tot en met 29 september 2015, in de gemeente Enschede en/of (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
a.
voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) en/of bitcoin(s) heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet en/of van voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) en/of bitcoin(s), gebruik heeft gemaakt, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddelijk of middelijk - afkomstig waren/was uit enig misdrijf en verdachte en/of verdachte(s) mededader(s) van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt
en/of
b.
van voorwerpen, te weten een of meerdere geldbedrag(en) en/of bitcoin(s), de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op voorwerpen, te weten voornoemde geldbedrag(en) en/of bitcoin(s), was/waren en/of heeft verborgen en/of verhuld wie voorwerpen, te weten een of meer geldbedrag(en) en/of bitcoins, voorhanden heeft/hebben gehad, terwijl verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) dat die/dat voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddelijk en/of middelijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en verdachte en/of verdachtes mededader(s) van het plegen van dit feit een gewoonte heeft/hebben gemaakt, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een of meerdere van de volgende handelingen verricht:
( (een) afspra(a)k(en) gemaakt met een of meer afnemer(s) van bitcoins, tegen een (bovengemiddeld) commissietarief,
( waarbij verdachte naar de afgesproken plaats kwam om voornoemde bitcoins om te ruilen voor contante geldbedrag(en) (tot een totaal van ongeveer 1.719.990 euro);
2.
hij op of omstreeks 2 november 2015 in de gemeente Hengelo (O), tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, (in een pand aan [locatie] ) een hoeveelheid van ongeveer 907, althans een groot aantal, hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
hij op of omstreeks 2 november 2015 in de gemeente Enschede tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2,36 gram, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende amfetamine en/of ongeveer 3,1 gram, in elk geval een hoeveelheid, van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde amfetamine en/of cocaïne (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
hij op of omstreeks 2 november 2015 in de gemeente Enschede een wapen van categorie III, te weten een gas-/alarmpistool (merk Röhm, model RG3), voorhanden heeft gehad.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat de verdachte daarvan zal worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:medeplegen van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 3 bewezenverklaarde levert op:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Het onder 4 bewezenverklaarde levert op:handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Strafbaarheid van de verdachte
De verdachte is strafbaar, aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de verdachte niet strafbaar zou doen zijn.
Oplegging van straf
Standpunt advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van de duur van het voorarrest. In verband met de duur van de behandeling van de zaak in hoger beroep heeft de advocaat-generaal het standpunt ingenomen dat, gelet op de omvang van het gehele onderzoek (dus inclusief het onderzoek in strafzaken tegen medeverdachten) en gelet op het feit dat op initiatief van de verdediging een regiezitting en een getuigenverhoor heeft plaatsgevonden, van een overschrijding van de redelijke termijn geen sprake is.
Standpunt raadsvrouw
In verband met de straftoemeting heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de handel in bitcoins ten tijde van het bewezenverklaarde een betrekkelijk nieuw fenomeen was, waardoor de grenzen van het toelaatbare en het strafbare nog niet duidelijk waren. Verder heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verdachte sinds zijn vrijlating in december 2015 (in het kader van een schorsing van de voorlopige hechtenis) zijn leven weer heeft opgebouwd en inmiddels meerdere ondernemingen heeft. Verder is naar voren gebracht dat de gezondheidstoestand van de partner van de verdachte niet goed is en dat hij zorgt voor zijn zoontje van vijf jaren oud en zijn moeder van zeventig jaren oud, die kampt met een alcoholprobleem.
Oordeel hof
Het hof heeft bij het bepalen van de op te leggen straf gelet op de aard en ernst van het bewezenverklaarde feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van bitcoins. De verdachte was in het bezit van bitcoins die verkregen waren door middel van een misdrijf - bijvoorbeeld door middel van de verkoop van illegale zaken (zoals verdovende middelen) op zogenoemde ‘darknet markets’ - en heeft deze bitcoins omgezet in contant geld. Op deze wijze beoogde de verdachte kennelijk te voorkomen dat het financiële instellingen en andersoortige toezichthouders zou opvallen dat hij inkomsten had met een criminele herkomst. In een periode van een jaar en negen maanden heeft de verdachte een hoeveelheid bitcoins witgewassen ter waarde van ten minste 1.719.990 euro. Witwassen vormt een aantasting van de legale economie en is, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer, een bedreiging voor de integriteit van het financiële handelsverkeer.
Ook heeft de verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan hennepteelt. Van hennep is algemeen bekend dat het gebruik ervan schadelijk kan zijn voor de gezondheid, met name voor gebruikers met een (latente) geestelijk aandoening. Kennelijk heeft de verdachte aan de volksgezondheid minder waarde gehecht dan aan het financieel gewin dat hij met de kwekerij beoogde.
Verder heeft de verdachte amfetamine en cocaïne in het bezit gehad, alsmede een gas/alarmpistool.
Uit het op de verdachte betrekking hebbende uittreksel uit het justitieel documentatieregister van 19 oktober 2020 blijkt dat de verdachte ten tijde van het onder 2 bewezenverklaarde al onherroepelijk was veroordeeld voor hennepteelt. Het hof neemt in strafverzwarende rekening zin in aanmerking dat die veroordeling de verdachte er niet van heeft weerhouden opnieuw in de fout gaan.
Reeds op grond van de omvang van het witwassen is het hof van oordeel dat met een minder zware strafsoort dan een gevangenisstraf, geen recht zou worden gedaan aan de ernst van het bewezenverklaarde.
Alles afwegend is het hof van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 27 maanden een passende straf zou zijn, als geen sprake zou zijn van een overschrijding van de redelijke termijn (in de zin van artikel 6, eerste lid, van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden).
Redelijke termijn
Zowel voor de eerste aanleg als het hoger beroep geldt dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden binnen twee jaren nadat de redelijke termijn is aangevangen.
Wat betreft de duur van de behandeling van de zaak in eerste aanleg is het hof met de rechtbank van oordeel dat die termijn (2,5 jaar) niet onredelijk is geweest in het licht van de complexiteit van de zaak (en de daarmee samenhangende zaken tegen de medeverdachten), de omvang van het door de politie (onder meer in het buitenland) verrichte onderzoek en de getuigenverhoren die mede op verzoek van de verdediging hebben plaatsgevonden.
Wat betreft het hoger beroep is het hof wel van oordeel dat de behandeling van de zaak onredelijk lang heeft geduurd en dat sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn met ruim zeven maanden. Het nader onderzoek dat in hoger beroep heeft plaatsgevonden is van een zodanig beperkte omvang geweest, dat dit die termijnoverschrijding niet rechtvaardigt. De termijnoverschrijding geeft het hof aanleiding de duur van de op te leggen gevangenisstraf te verminderen met drie maanden.
Conclusie
Het hof zal de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van de duur van het voorarrest.
Beslag
Verbeurdverklaring
Wat betreft het in beslag genomen aggregaat en tablet, alsmede wat betreft de in beslag genomen laptops en mobiele telefoon, zal het hof beslissen tot verbeurdverklaring. Het hof stelt vast dat het voorwerpen betreft met behulp waarvan het onder 2 bewezenverklaarde is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
Met betrekking tot de in beslag genomen hennepgerelateerde voorwerpen, amfetamine, cocaïne en wapens zal het hof beslissen tot onttrekking aan het verkeer. Naar het oordeel van het hof zijn dit voorwerpen van een zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
Voor de amfetamine, cocaïne en het alarmpistool geldt dat het telkens gaat om een voorwerp waarmee het onder 3 of 4 bewezenverklaarde is begaan.
Voor de hennep(toppen), het (creditkaart-)mes en de droogmachine geldt dat het gaat om voorwerpen die bij gelegenheid van het onderzoek naar de bewezenverklaarde feiten zijn aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van strafbare feiten die soortgelijk zijn aan het onder 2 of 4 bewezenverklaarde.
Teruggave aan de verdachte
Met betrekking tot de overige in beslag genomen voorwerpen, waaronder een aantal geldbedragen, zal het hof beslissen tot teruggave aan de verdachte.
Geldbedragen
Met betrekking tot de geldbedragen (in totaal: € 36.618,16) heeft de advocaat-generaal primair gevorderd dat het hof zal beslissen tot verbeurdverklaring, omdat het bij afwezigheid van legale inkomsten niet anders kan zijn dan dat deze horloges zijn verkregen uit de baten van het witwassen. Subsidiair heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof een geldboete zal opleggen ter hoogte van dat bedrag.
Het hof volgt dit standpunt niet. Het hof acht niet gebleken dat de verdachte deze geldbedragen heeft ontvangen in ruil voor bitcoins. Ook is niet gebleken dat deze geldbedragen uit de baten van het witwassen zijn verkregen. Er is derhalve geen grondslag voor verbeurdverklaring van de geldbedragen. Het hof ziet ook geen aanleiding een geldboete op te leggen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwintig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen:
aggregaat gemonteerd op aanhangwagen (294725);
laptop Packard Bell ( […] ) (294933);
laptop Toshiba ( […] ) (294935);
tablet Samsung (294957);
mobiele telefoon Samsung (294995).
Beveelt de onttrekking aan het verkeer van de volgende in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen:
onversneden drugs (2,36 gram amfetamine) (1563185);
drugs (6,58 gram cocaïne) (1563188);
gele jumbozak met henneptoppen (70,90 gram) (1563168);
henneptoppen (12,10 gram) (1563171);
mes in creditcardformaat (294940);
zakje met hennep (1563178);
vuurwapen / alarmpistool (1562787);
henneptoppen (12,71 gram) (1563180);
droogmachine (294954).
Gelast de teruggave aan de verdachte van de volgende in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen:
afschriften, rekeningen, bonnen kwitanties (294918);
1x betaalpas ING-pas verlopen (294927);
1x betaalpas Visa (308370);
creditcard (5545918328584739) (294928);
stapel kwitanties van [bedrijf 4] (294929);
simcard Lebara (59 130 619 iqpp) (294946);
diverse enveloppen met [bedrijf 4] bonnen (294980);
enveloppe met kwitanties [bedrijf 4] (295006);
€ 500,- (294916);
€ 1.355,- (294901);
€ 16.400,- (294936);
€ 14.660,- (294958);
€ 500,- (294959);
€ 50,- (294985);
€ 509,95 (294987);
€ 100,- (294991);
€ 2.300,- (294996);
€ 65,- (303906);
€ 178,21 (294945).
Heft het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis op.
Aldus gewezen door
mr. R.M. Maanicus, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. E.W. van den Heuvel, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 3 december 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 03‑12‑2020
Proces-verbaal inzake trades [verdachte] , pagina 128 (Pyro) en Proces-verbaal bevindingen inzake totaallijst trades, pagina 1677 (Nocis)
Proces-verbaal inzake trades [verdachte] , pagina 129 (Pyro).
Proces-verbaal inzake trades [verdachte] , pagina 128 (Pyro).
Proces-verbaal inzake trades [verdachte] , pagina 129 (Pyro).
Verklaring van [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 23 januari 2018.
Proces-verbaal van verhoor van verdachte, pagina 1094 (Pyro)
Proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 3] , pagina 989 (Pyro).
Proces-verbaal bevindingen bestanden op laptop […] mbt [verdachte] , pagina 1427 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1428 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1428 en 1429 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1429 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1429 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1429 en de hierbij behorende bijlage 4, pagina 1444 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1444 en 1445 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1445 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1446 (Nocis).
Proces-verbaal bevindingen, pagina 1430 en 1431 (Nocis).
Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 1095.
Proces-verbaal van verhoor van de getuige [getuige 1] , pagina 14 (Nocis).
De verklaring van de getuige [getuige 1] bij de rechter-commissaris op 1 juni 2016, pagina 3.
Proces-verbaal van verhoor van [betrokkene 3] , pagina 990 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 1094 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 173 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 174 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 174 en 175 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 410 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 411 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 412 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 318 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 319 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen stemherkenning [verdachte] , pagina 70 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van C. [getuige 3] , pagina 1019 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 323 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 324 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 414 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 415 en pagina 432 en 433 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 416, en het hierbij als bijlage opgenomen proces-verbaal van observatie dinsdag 20 oktober 2015, pagina 434 (Pyro).en de hierbij behorende bijlage 4, pagina 1444 (Nocis).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 323 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 487-488 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 488-490 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 440 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 441 (Pyro).
Proces-verbaal van relaas, pagina 19 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 1088 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 1089 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 416 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen ( [locatie] ), pagina 417 en 437 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 322 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] , pagina 324 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 211 en 225 (Pyro).
Geschrift, inhoudende een contract, pagina 479 (Pyro).
Proces-verbaal van verhoor van [verdachte] , pagina 1091 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 497 (Pyro).
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 498 (Pyro).
Proces-verbaal van relaas, pagina 21 (Pyro).