NJ 2006, 473
Uitleg element ‘uit enig misdrijf’ in schuldwitwasartikel 420quater.1.b Sr.
HR 27-09-2005, ECLI:NL:HR:2005:AT4094
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2005
- Magistraten
Mrs. F.H. Koster, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, W.M.E. Thomassen
- Zaaknummer
02850/04
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
AT4094
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2005:AT4094, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2005
ECLI:NL:HR:2005:AT4094, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2005
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑11‑2004
- Wetingang
Sr art. 420quater lid 1 sub b
Essentie
Schuldwitwassen conform art. 420quater lid 1 sub b Sr. Voor toepassing van dit artikel behoeft — gelijk HR heeft gestipuleerd ten aanzien van het witwasartikel ex art. 420bis Sr (LJN AP2124) — uit de bewijsmiddelen niet te worden afgeleid door wie, wanneer en waar het achterliggende misdrijf concreet is begaan. Voor een veroordeling ter zake van beide artikelen is wel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf. 's Hofs oordeel dat het in casu niet anders kan zijn dat dat het desbetreffende geldbedrag — middelijk of onmiddelijk — afkomstig is uit enig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.