Prg. 2019/152
Geen schending art. 6 EVRM. De enkele omstandigheid dat de memorie van antwoord nieuwe feitelijke stellingen en verweren bevat, rechtvaardigt niet het nemen van een extra memorie door de wederpartij.
Hof Den Haag 19-03-2019, ECLI:NL:GHDHA:2019:532
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
19 maart 2019
- Magistraten
Mrs. F.R. Salomons, D.A. Schreuder, P.M. Verbeek
- Zaaknummer
200.204.336/02
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS59401:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2020:1163, Uitspraak, Hof Den Haag, 14‑07‑2020
ECLI:NL:GHDHA:2019:532, Uitspraak, Hof Den Haag, 19‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Krijgt appellant nog mogelijkheid tot extra memorie, nu memorie van antwoord nieuwe feitelijke stellingen en nieuwe verweren bevat?
Nee. In hoger beroep mag iedere partij één memorie nemen. Appellant kan zich zo nodig tijdens inhoudelijke behandeling uitlaten over nieuwe stellingen en/of verweren.
Partij(en)
Arrestinzake;
Aquaduct N57 B.V. te Almere, appellante, hierna: Aquaduct, adv.: mr. R.W. La Gro te Alphen aan den Rijn,
tegen
- 1.
HDI-Gerling Verzekeringen N.V. te Rotterdam,
- 2.
Liberty Mutual Insurance Europe Limited te Cardiff, Verenigd Koninkrijk te Den Haag,
geïntimeerden, hierna: HDI, Liberty en gezamenlijk: HDI c.s., adv.: mr. W.A.M. Rupert ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.