Conclusie over tbs-genietingsmoment bij einde pacht

Documentgegevens:

HR 01-03-2013, BW7728 (Beroepschrift)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 1 maart 2013
Magistraten: MR. R.E.C.M. NIESSEN
Zaaknummer: 11/00538
LJN: BW7728
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Inkomstenbelasting / Winst
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2013:BW7728, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑03‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:BW7728, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑05‑2012
Wetingang: art. 3.90, art. 3.92 Wet IB 2001

Essentie

A-G Niessen is van mening dat het voordeel belast had moeten worden in het jaar waarin de pacht feitelijk is beëindigd.

Samenvatting

De heer X2 en zijn echtgenote, mevrouw Y, bezitten alle aandelen in X1 bv, die een landbouwbedrijf exploiteert. Vanaf 1993 worden de betreffende onroerende zaken door X2 en Y voor twaalf jaar verpacht aan de bv. De verpachting wordt vanaf 1 januari 2001 aangemerkt als een zogenaamde terbeschikkingstelling (tbs). In februari 2003 wordt de pacht met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003 om niet beëindigd en gaat het echtpaar de onderneming in maatschapsverband exploiteren. De onroerende zaken ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.