V-N 2022/10.7
Van aftrek uitgesloten beloning partner geen verboden ongelijke behandeling
HR 18-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:273, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 februari 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Feteris, Cools, Van Eijsden
- Zaaknummer
20/00058
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS635445:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑02‑2022
ECLI:NL:HR:2022:273, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2020:621, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 19‑06‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑06‑2020
- Wetingang
art. 3.16 Wet IB 2001
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat bij de beloning voor meewerkende partners geen sprake is van een ongelijke behandeling. Ook onder de Wet IB 2001 kunnen bij (betrekkelijk) geringe beloningen in het geval van echtgenoten meer uitvoerings- en controleproblemen optreden dan in andere gevallen.
Samenvatting
X drijft een onderneming in de vorm van een eenmanszaak. Hij bewerkt manuscripten van boeken. Zijn vrouw helpt hem daar een paar uren per week mee en ontvangt daarvoor jaarlijks een vergoeding van € 1500. De inspecteur is van mening dat deze vergoeding op grond van art. 3.16 lid 4 Wet IB 2001 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.