NJB 2011, 49
HR, 17-12-2010, nr. 09/02345
HR 17-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BO1821
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 december 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, W.A.M. van Schendel, C.A. Streefkerk en C.E. Drion
- Zaaknummer
09/02345
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- LJN
BO1821
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BO1821, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑12‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BO1821, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑10‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑05‑2009
- Wetingang
BW art. 7:677
Samenvatting
Ontslag op staande voet. Dringende reden. Detentie. Een werknemer bij een bank wordt op staande voet ontslagen omdat hij wegens ontucht met zijn minderjarige stiefzoon is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. HR: Bij de beoordeling van de vraag of het feit dat de werknemer gedetineerd is en daardoor zijn werk verzuimt, een ontslag op staande voet rechtvaardigt, behoren alle – in onderling verband en samenhang te beschouwen – omstandigheden van het geval in aanmerking te worden genomen. Er bestaat geen grond voor een algemene ‘subregel’ dat werkverzuim als gevolg van een onherroepelijke strafrechtelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.