NJB 2021/914:Notariaat. Waarneming. Zwevend protocol. Bij opvolgende beslissingen benoemt de voorzitter van de Kamer voor het notariaat een waarnemer voor een eervol ontslagen oud-notaris, met vaststelling van een honorarium. De oud-notaris gaat eerst tevergeefs in beroep en daarna in cassatie. Hij voert aan dat de kosten van waarneming in redelijkheid niet meer op hem zijn te verhalen. Hoge Raad: 1. Cassabiliteit. De oud-notaris is ontvankelijk in zijn cassatieberoep. 2. Afweging van het hof. Het oordeel van het hof dat in zijn afweging moet worden betrokken dat van de oud-notaris verwacht had mogen worden dat hij al op een eerder moment zou hebben gehandeld, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 3. Hoorplicht. Het hof heeft niet miskend dat een waargenomen notaris moet worden gehoord in het kader van de beslissing van de voorzitter over het honorarium van de waarnemer