Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen
Artikel 2 Belastingen waarop de Overeenkomst van toepassing is
Geldend
Geldend vanaf 13-04-1977
- Bronpublicatie:
25-11-1975, Trb. 1975, 134 (uitgifte: 25-11-1975, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
13-04-1977
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-1977, Trb. 1977, 79 (uitgifte: 01-01-1977, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
Deze Overeenkomst is van toepassing op belastingen naar het inkomen en naar het vermogen die, ongeacht de wijze van heffing, worden geheven ten behoeve van elk van de Staten of van de staatkundige onderdelen of plaatselijke publiekrechtelijke lichamen daarvan.
2.
Als belastingen naar het inkomen en naar het vermogen worden beschouwd alle belastingen die worden geheven naar het gehele inkomen, naar het gehele vermogen of naar bestanddelen van het inkomen of van het vermogen, daaronder begrepen belastingen naar voordelen verkregen uit de vervreemding van roerende of onroerende zaken, belastingen naar het bedrag van de door ondernemingen betaalde lonen of salarissen, alsmede belastingen naar waardevermeerdering.
3.
De bestaande belastingen waarop deze Overeenkomst van toepassing is, zijn met name:
- a)
voor Nederland:
- —
de inkomstenbelasting,
- —
de loonbelasting,
- —
de vennootschapsbelasting,
- —
de dividendbelasting,
- —
de vermogensbelasting,
(hierna te noemen: ‘Nederlandse belasting’);
- b)
voor Suriname:
- —
de inkomstenbelasting,
- —
de dividendbelasting,
- —
de vermogensbelasting,
(hierna te noemen: ‘Surinaamse belasting’).
4.
De Overeenkomst is ook van toepassing op alle gelijke of in wezen gelijksoortige belastingen die in de toekomst naast of in de plaats van de bestaande belastingen worden geheven. De bevoegde autoriteiten van de Staten delen elkaar alle wezenlijke wijzigingen die in hun onderscheiden belastingwetgevingen zijn aangebracht, mede.