V-N Vandaag 2021/587
Onjuiste strafmotivering bij veroordeling voor grootschalige belastingfraude
HR 02-03-2021, ECLI:NL:HR:2021:260
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 maart 2021
- Zaaknummer
19/04389
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:260, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑03‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:16, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2020
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat uit het proces verbaal van de terechtzitting niet blijkt dat aannemelijk is geworden dat die andere btw-aangiften (opzettelijk) onjuist zijn gedaan en evenmin dat de voorzitter van de stichting aan het (opzettelijk) doen van die aangiften feitelijk leiding heeft gegeven.
Samenvatting
X is voorzitter van een stichting, die zich inzet voor goede doelen. Als feitelijke leidinggever heeft X vijf onjuiste btw-aangiften van die stichting ingediend. In geschil is of Hof 's-Hertogenbosch bij de strafoplegging terecht rekening houdt met onjuiste aangiften die niet aan X ten laste zijn gelegd. Die andere 39 aangiften kunnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.