RBP 2018/92
Erkenning Albanees vonnis. Kan het Albanese vonnis in kwestie in Nederland worden erkend?
Hof Amsterdam 17-07-2018, ECLI:NL:GHAMS:2018:3008
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
17 juli 2018
- Magistraten
Mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, A.W.H. Vink, A.E. Oderkerk
- Zaaknummer
200.196.175/01 en 200.201.407/01
- JCDI
JCDI:ADS22232:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht (V)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2019:4260, Uitspraak, Hof Amsterdam, 03‑12‑2019
ECLI:NL:GHAMS:2018:3008, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑07‑2018
ECLI:NL:GHAMS:2017:4228, Uitspraak, Hof Amsterdam, 17‑10‑2017
- Wetingang
Essentie
Erkenning Albanees vonnis.
Kan het Albanese vonnis in kwestie in Nederland worden erkend?
Samenvatting
Partijen hebben in Albanië geprocedeerd. Dat heeft geresulteerd in een vonnis van de rechtbank te Tirana (Albanië), waarin de vordering van ABA om Enel c.s. te veroordelen tot betaling van schadevergoeding is toegewezen. Enel c.s. hebben vervolgens tevergeefs diverse rechtsmiddelen ingesteld tegen voornoemd vonnis en bij het EHRM geklaagd over de Albanese procedure. In de onderhavige, Nederlandse procedure vordert ABA op grond van art. 431 lid 2 Rv dat Enel c.s. worden veroordeeld tot hetgeen waartoe zij in voornoemd Albanees vonnis zijn veroordeeld, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.