RFR 2024/112
Hoe moeten tussen samenwoners zonder samenlevingsovereenkomst de gezamenlijke vermogensbestanddelen worden verdeeld bij verschillen in de opgebouwde pensioen- en sociale zekerheidsrechten?
Hof 's-Hertogenbosch 21-05-2024, ECLI:NL:GHSHE:2024:1713
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
21 mei 2024
- Magistraten
Mrs. C.M.J. Peters, G.J. Vossestein, A.J.F. Manders
- Zaaknummer
200.328.449_01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS981660:1
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2024:1713, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 21‑05‑2024
- Wetingang
Art. 3:166 BW
Essentie
Hoe moeten tussen samenwoners zonder samenlevingsovereenkomst de gezamenlijke vermogensbestanddelen worden verdeeld bij verschillen in de opgebouwde pensioen- en sociale zekerheidsrechten?
Samenvatting
Een ongehuwd stel dat van 1997 tot 2018 samenwoonde zonder samenlevingscontract, had bij beëindiging van hun relatie € 625.000 op een gezamenlijke spaarrekening staan. Na het uiteengaan heeft de vrouw de helft van dit bedrag naar haar eigen rekening overgeboekt. De man vorderde bij de rechtbank dat de vrouw deze helft, zijnde een bedrag ad € 312.500 aan hem moet terugbetalen. Hij stelde namelijk dat hij als enige spaargeld op de gezamenlijke rekening had gestort en daarom recht had ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.