Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land
Bijlage II Vervoer per spoor
Geldend
Geldend vanaf 28-06-2024
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
05-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1762 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1762)
- Inwerkingtreding
28-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1762 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1762)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
II.1. RID
Bijlage bij het RID, als van toepassing met ingang van 1 januari 2023, met dien verstande dat de woorden ‘overeenkomstsluitende staat bij het RID’ worden vervangen door het woord ‘lidstaat’.
II.2. Aanvullende overgangsbepalingen
1
Op grond van artikel 4 van Richtlijn 96/49/EG kunnen de lidstaten toegestane afwijkingen in stand laten tot 31 december 2010 tenzij bijlage II, deel II.1, vóór die datum wordt aangepast aan de in dat artikel vermelde VN-aanbevelingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen.
2
Op zijn grondgebied kan iedere lidstaat het gebruik toestaan van vóór 1 juli 2005 gebouwde wagens en tankwagens met een spoorbreedte van 1 520/1 524 mm die niet aan de bepalingen van de richtlijn voldoen, maar waarvan de constructie in overeenstemming is met bijlage II bij de SMGS of met de op 30 juni 2005 geldende nationale regelgeving van de desbetreffende lidstaat, mits deze wagens overeenkomstig de toepasselijke veiligheidsvoorschriften worden onderhouden.
3
Iedere lidstaat kan op zijn grondgebied het gebruik toestaan van vóór 1 januari 1997 gebouwde tanks en wagens die niet aan de bepalingen van de richtlijn voldoen, maar waarvan de constructie in overeenstemming is met de voorschriften van de op 31 december 1996 geldende nationale wetgeving, mits de tanks en wagens worden onderhouden overeenkomstig de toepasselijke veiligheidsvoorschriften.
Op 1 januari 1997 of na deze datum gebouwde tanks en wagens die niet voldoen aan deze richtlijn maar die zijn gebouwd overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 96/49/EG, die van kracht was op het moment waarop ze zijn gebouwd, mogen verder worden gebruikt voor binnenlands vervoer.
4
Zolang in bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn nog geen bepalingen betreffende passende referentietemperaturen voor bepaalde klimaatzones zijn opgenomen, mogen de lidstaten waar de omgevingstemperatuur regelmatig lager is dan − 20 °C, strengere normen opleggen ten aanzien van de bedrijfstemperatuur van het materieel dat bestemd is voor kunststof verpakking, tanks en hun uitrusting, bestemd voor binnenlands spoorvervoer van gevaarlijke goederen.
5
ledere lidstaat mag andere nationale bepalingen ten aanzien van de referentietemperatuur voor het vervoer van vloeibaar gemaakte gassen of mengsels van vloeibaar gemaakte gassen op zijn grondgebied handhaven dan die welke in deze richtlijn zijn opgenomen totdat er bepalingen betreffende passende referentietemperaturen voor welbepaalde klimaatzones zijn opgenomen in Europese normen en in bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn naar die normen wordt verwezen.
6
Iedere lidstaat kan voor vervoer met op zijn grondgebied geregistreerde wagens de tot en met 31 december 1996 in zijn nationale wetgeving geldende bepalingen in stand laten met betrekking tot het aanbrengen van een noodmaatregelcode of waarschuwingsbord in plaats van het in bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn bedoelde gevaarsidentificatienummer.
7
Voor vervoer via de Kanaaltunnel kunnen Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk strengere normen dan de voorschriften van deze richtlijn instellen.
8
De lidstaten kunnen voor hun grondgebied bepalingen in stand laten of invoeren voor het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor van en naar landen die partij zijn bij de OSJD. Door passende maatregelen en verplichtingen verzekert de betrokken lidstaat dat een met bijlage II, deel II.1, vergelijkbaar veiligheidsniveau wordt gehandhaafd.
De Commissie wordt van dergelijke voorschriften in kennis gesteld en stelt de andere lidstaten hiervan op de hoogte.
Binnen tien jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn evalueert de Commissie de gevolgen van de in dit punt bedoelde voorschriften. De Commissie dient zo nodig passende voorstellen en een verslag in.
9
De lidstaten mogen de op 31 december 1996 geldende nationale beperkingen betreffende het vervoer van stoffen die dioxines of furanen bevatten, handhaven.
II.3. Nationale afwijkingen
Op grond van artikel 6, lid 2, van Richtlijn 2008/68/EG aan lidstaten toegestane afwijkingen voor het vervoer van gevaarlijke goederen op hun grondgebied.
RA = spoor
a/bi/bii = artikel 6, lid 2, punt a)/punt b), i)/punt b), ii)
LS = afkorting van de lidstaat
nn = volgnummer
Nummering van de afwijkingen: RA-a/bi/bii-LS-nn
Op grond van Richtlijn 2008/68/EG, artikel 6, lid 2, punt a)
DE Duitsland
RA-a-DE-2
Betreft: toestemming voor gezamenlijke verpakking.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 4.1.10.4 MP2
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: verbod op gezamenlijke verpakking.
Inhoud van de nationale wetgeving: klassen 1.4S, 2, 3 en6.1: toestemming voor gezamenlijke verpakking van voorwerpen in klasse 1.4S (patronen voor kleine wapens), spuitbussen (klasse 2) en materialen voor reiniging en behandeling in de klassen 3 en 6.1 (vermelde UN-nummers) die als één geheel worden verkocht in gecombineerde verpakkingen in verpakkingsgroep II en in kleine hoeveelheden.
Referentie van de nationale wetgeving: Gefahrgut-Ausnahmeverordnung — GGAV 2002 vom 6.11.2002 (BGBl. IS. 4350); Ausnahme 21
Toelichting: lijst nr. 30*, 30a, 30b, 30c, 30d, 30e, 30f, 30 g
Vervaldatum: 30 juni 2027
FR Frankrijk
RA-a-FR-3
Betreft: vervoer ten behoeve van de spoorwegmaatschappij.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 5.4.1
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: informatie over gevaarlijke materialen die op de vrachtbrief moet worden vermeld.
Inhoud van de nationale wetgeving: De verplichtingen inzake de aangifte van de lading gelden niet voor vervoer ten behoeve van de spoorwegmaatschappij van hoeveelheden die niet groter zijn dan de onder 1.1.3.6 vermelde grenswaarden.
Referentie van de nationale wetgeving: Arrêté du 5 juin 2001 relatif au transport des marchandises dangereuses par chemin de fer — Article 20.2
Vervaldatum: 30 juni 2027
RA-a-FR-4
Betreft: vrijstelling van de opschriften op bepaalde postwagens.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 5.3.1
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: verplichting om een opschrift op de wand van de wagen aan te brengen.
Inhoud van de nationale wetgeving: Alleen op postwagens met meer dan 3 ton materiaal van dezelfde klasse (met uitzondering van 1, 6.2 of 7) moet een opschrift worden aangebracht.
Referentie van de nationale wetgeving: Arrêté du 5 juin 2001 relatif au transport des marchandises dangereuses par chemin de fer — Article 21.1
Vervaldatum: 30 juni 2027
SE Zweden
RA-a-SE-1
Betreft: Op een treinwagon waarmee gevaarlijke goederen als expresgoederen worden vervoerd, moet geen opschrift worden aangebracht.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 5.3.1
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: Op een treinwagon waarmee gevaarlijke goederen worden vervoerd, moet een opschrift worden aangebracht.
Inhoud van de nationale wetgeving: Op een treinwagon waarmee gevaarlijke goederen als expresgoederen worden vervoerd, moet geen opschrift worden aangebracht.
Referentie van de nationale wetgeving: Särskilda bestämmelser om vissa inrikes transporter av farligt gods på väg och i terräng
Toelichting: In het RID zijn kwantitatieve beperkingen vastgesteld voor goederen die als expresgoederen worden aangeduid. Het gaat hier derhalve om kleine hoeveelheden.
Vervaldatum: 30 juni 2027
Op grond van artikel 6, lid 2, punt b), i), van Richtlijn 2008/68/EG
DK Denemarken
RA-bi-DK-1
Betreft: vervoer van gevaarlijke goederen in tunnels.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 7.5
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: laden, lossen en beveiligingsafstanden.
Inhoud van de nationale wetgeving: De wetgeving voorziet voor vervoer door de spoorwegtunnel van de vaste verbinding over de Grote Belt en Øresund in alternatieven voor de bepalingen in deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG. Die alternatieve bepalingen hebben alleen betrekking op het ladingsvolume en de afstand tussen ladingen gevaarlijke goederen.
Referentie van de nationale wetgeving: Bestemmelser om transport af Eksplosiver i jernbanetunnellerne på Storebælt og Øresund, 11. maj 2017
Toelichting:
Vervaldatum: 30 juni 2027
DE Duitsland
RA-bi-DE-2
Betreft: vervoer van verpakt gevaarlijk afval.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 1 t.e.m. 5
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: classificatie, verpakking en merking.
Inhoud van de nationale wetgeving: klassen 2 tot en met 6.1, 8 en 9: gezamenlijke verpakking en vervoer van gevaarlijk afval in pakketten en IBC's; afval moet in een binnenverpakking (zoals ingezameld) worden verpakt en in specifieke afvalgroepen worden geclassificeerd (om gevaarlijke reacties binnen een afvalgroep te vermijden); gebruik van bijzondere schriftelijke instructies voor de afvalgroepen en als vrachtbrief; inzameling van huishoudelijk afval, laboratoriumafval enz.
Referentie van de nationale wetgeving: Gefahrgut-Ausnahmeverordnung — GGAV 2002 vom 6.11.2002 (BGBl. IS. 4350); Ausnahme 20
Toelichting: lijst nr. 6*
Vervaldatum: 30 juni 2027
RA-bi-DE-3
Betreft: plaatselijk vervoer van UN 1381 (fosfor, geel, onder water), klasse 4.2, verpakkingsgroep I, in tankwagons.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 6.8, 6.8.2.3
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: voorschriften voor de vervaardiging van tanks en tankwagons. Volgens hoofdstuk 6.8, punt 6.8.2.3, moet een typegoedkeuring worden afgegeven voor tanks voor het vervoer van UN 1381 (fosfor, geel, onder water).
Inhoud van de nationale wetgeving: plaatselijk vervoer van UN 1381 (fosfor, geel, onder water), klasse 4.2, verpakkingsgroep I, over korte afstanden (van Sassnitz-Mukran naar Lutherstadt Wittenberg-Piesteritz en Bitterfeld), in tankwagons die volgens Russische normen zijn vervaardigd. Voor het vervoer van de goederen gelden aanvullende operationele voorschriften die door de bevoegde veiligheidsautoriteiten zijn vastgesteld.
Referentie van de nationale wetgeving: Ausnahme Eisenbahn-Bundesamt Nr. E 1/92
Vervaldatum: 30 januari 2025
SE Zweden
RA-bi-SE-1
Betreft: vervoer van gevaarlijk afval naar installaties voor de verwijdering van dergelijk afval.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: delen 5 en 6
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: voorschriften voor de vervaardiging en de beproeving van verpakkingen.
Inhoud van de nationale wetgeving: Vervoer van verpakkingen die gevaarlijke goederen bevatten als afval, moet conform de bepalingen van de richtlijn worden uitgevoerd. Hierop zijn slechts een paar uitzonderingen toegestaan. Niet voor alle soorten stoffen en voorwerpen zijn uitzonderingen toegestaan.
De voornaamste uitzonderingen zijn:
Kleine verpakkingen (minder dan 30 kg) van gevaarlijke goederen als afval mogen worden verpakt in verpakkingen, waaronder IBC's en grote verpakkingen en moeten niet voldoen aan de punten 6.1.5.2.1, 6.1.5.8.2, 6.5.6.1.2, 6.5.6.14.2, 6.6.5.2.1 en 6.6.5.4.3 van bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn. Verpakkingen, met inbegrip van IBC's en grote verpakkingen, moeten niet worden getest zoals zij zijn klaargemaakt voor vervoer, namelijk met een representatieve steekproef van kleine binnenverpakkingen.
Dit is toegestaan op voorwaarde dat:
- —
verpakkingen, IBC's en grote verpakkingen in overeenstemming zijn met een type dat is beproefd en goedgekeurd op basis van verpakkingsgroep I of II van de toepasselijke bepalingen van deel II.1, hoofdstuk 6.1, 6.5 of 6.6, van bijlage II bij deze richtlijn;
- —
de kleine verpakkingen worden verpakt met absorberend materiaal dat vrije vloeistoffen die tijdens het vervoer kunnen ontsnappen, vasthoudt in de buitenverpakkingen, IBC's of grote verpakkingen;
- —
de brutomassa van de verpakkingen, IBC's of grote verpakkingen, zoals klaargemaakt voor vervoer, niet hoger ligt dan de toegestane brutomassa die is vermeld op de VN-ontwerptypemarkering voor verpakkingsgroep I of II voor de verpakkingen, IBC's of grote verpakkingen, en
- —
de volgende zin wordt opgenomen in het vervoersdocument: ‘Packed according to part 16 of RID-S’.
Referentie van de nationale wetgeving: Aanhangsel S — Specifieke regeling voor binnenlands vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, vastgesteld overeenkomstig de wet Vervoer van gevaarlijke goederen
Toelichting: De onderafdelingen 6.1.5.2.1, 6.1.5.8.2, 6.5.6.1.2, 6.5.6.14.2, 6.6.5.2.1 en 6.6.5.4.3 van bijlage II, deel II.1, bij deze richtlijn zijn moeilijk toe te passen omdat de verpakkingen, IBC's en grote verpakkingen worden getest met een representatieve steekproef van de afvalstoffen, die op voorhand moeilijk te voorspellen is.
Vervaldatum: 30 juni 2027
Op grond van artikel 6, lid 2, punt b), ii), van Richtlijn 2008/68/EG
DE Duitsland
RA-bii-DE-2
Betreft: plaatselijk vervoer op aangewezen routes van UN 1402 (calciumcarbide), verpakkingsgroep I, in containers op wagons.
Verwijzing naar deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG: 3.2 en 7.3.1.1
Inhoud van de bijlage bij de richtlijn: algemene bepalingen voor bulkvervoer. Volgens hoofdstuk 3.2, tabel A, is vervoer van calciumcarbide in bulk niet toegestaan.
Inhoud van de nationale wetgeving: plaatselijk vervoer per spoor van UN 1402 (calciumcarbide), verpakkingsgroep I, op specifiek aangewezen routes, als onderdeel van een gedefinieerd industrieel proces en strikt gecontroleerd onder duidelijk gespecificeerde voorwaarden. De ladingen worden in wagons vervoerd in specifiek daarvoor gebouwde containers. Voor het vervoer van de goederen gelden aanvullende operationele voorschriften die door de bevoegde veiligheidsautoriteiten zijn vastgesteld.
Referentie van de nationale wetgeving: Ausnahme Eisenbahn-Bundesamt Nr. E 3/10
Vervaldatum: 30 juni 2027.