NJ 2016/144
‘Belanghebbende’ als bedoeld in art. 13e lid 1 aanhef en onder c, WOTS omvat niet (ook) degene onder wie het voorwerp in beslag is genomen.
HR 16-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:246, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 februari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
14/05709
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153988:1
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Overdracht en overname strafvervolging
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:246, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2681, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑12‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2015
- Wetingang
Art. 13e lid 1 onder c WOTS; art. 1 Eerste Protocol EVRM; art. 6 EVRM; art. 47, 48 EU Handvest
Essentie
Ten laste van klager zijn op verzoek van een Italiaanse rechtbank geld en horloges in beslag genomen. De verdediging voerde aan dat de motivering van de Italiaanse rechter om de inbeslagneming te verzoeken ontoereikend is en verzocht de rechtbank om die reden het beklag gegrond te verklaren of op basis van art. 13e lid 1 aanhef en onder c WOTS een nieuw onderzoek naar de feiten in te stellen. De rechtbank heeft het verweer verworpen en het verzoek afgewezen omdat art. 13e lid 1 aanhef en onder c WOTS niet van toepassing is, nu onder ‘belanghebbende’ in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.