Rb. Amsterdam, 14-10-2009, nr. 1042904 DX EXPL 09-239
ECLI:NL:RBAMS:2009:BK3706
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
14-10-2009
- Zaaknummer
1042904 DX EXPL 09-239
- LJN
BK3706
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2009:BK3706, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 14‑10‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 14‑10‑2009
Inhoudsindicatie
Effectenlease-overeenkomst; Dexia-Aanbodovereenkomst; huurkoop; aflevering; artikel 1:88 BW; verlenging; dagvaarding; gemachtigde.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Sector Kanton
Locatie Amsterdam
Rolnummer: 1042904 DX EXPL 09-239
Vonnis van: 14 oktober 2009
F.no.: 1340
Vonnis van de kantonrechter
i n z a k e
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres,
nader te noemen [eiseres],
gemachtigde: mr. G. van Dijk,
t e g e n
DEXIA BANK NEDERLAND N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
nader te noemen Dexia,
gemachtigde: Swier & Van der Weijden Gerechtsdeurwaarders.
1. De procedure
1.1.
De volgende processtukken zijn ingediend:
- -
de dagvaarding van 17 april 2009, met producties;
- -
de conclusie van antwoord van Dexia, met producties.
Bij tussenvonnis van 8 juli 2009 heeft de kantonrechter op de voet van artikel 22 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) om overlegging van stukken verzocht. Vervolgens zijn ingediend:
- -
een akte uitlating na tussenvonnis van [eiseres], met productie;
- -
een antwoordakte na tussenvonnis van Dexia, met producties;
- -
een antwoordakte van Dexia, met productie;
- -
een antwoordakte na tussenvonnis van [eiseres].
Op verzoek van partijen is in deze zaak afgezien van een comparitie na antwoord en [eiseres] heeft afgezien van het nemen van een conclusie van repliek.
1.2.
Daarna is vonnis bepaald op heden.
Gronden van de beslissing
2. De feiten
Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:
2.1.
Dexia is de rechtsopvolgster onder algemene titel van Bank Labouchere N.V., alsmede van Legio Lease B.V. Waar hierna sprake is van Dexia worden haar rechtsvoorgangsters daaronder mede begrepen.
2.2.
[echtgenoot eiseres] (hierna: [echtgenoot eiseres]), de echtgenoot van [eiseres], heeft op 23 juni 2000 de na te melden lease-overeenkomsten overgenomen van de zoon van de echtelieden, [zoon eiseres] (hierna: de zoon). De zoon heeft de volgende lease-overeenkomsten ondertekend waarop hij als lessee stond vermeld, met als wederpartij Dexia:
Nr. Contractnr. Datum Naam overeenkomst Leasesom Looptijd Termijnbedrag
- I.
[nr] 22-07-1999 WinstVerDriedubbelaar € 23.412,20 36 mnd € 112,79
- II.
[nr] 26-10-1999 Korting Kado € 24.747,48 120 mnd € 114,16
Lease-overeenkomst I is na ommekomst van de looptijd bij overeenkomst van 27 juli 2002 (hierna: de verlengingsovereenkomst) verlengd voor een periode van 36 maanden. De in de procedure betrokken lease-overeenkomsten zullen hierna als individuele overeenkomst worden aangeduid met het betreffende nummer uit de meest linker kolom. Waar de lease-overeenkomsten en de verlengingsovereenkomst gezamenlijk worden bedoeld zullen deze in het hiernavolgende worden aangeduid als ‘de lease-overeenkomsten’.
2.3.
Na ommekomst van de looptijd van de verlengingsovereenkomst heeft Dexia op 21 juli 2005 een eindafrekening opgesteld volgens welke [echtgenoot eiseres] uit hoofde van lease-overeenkomst I nog € 3.550,76 verschuldigd was. Dit bedrag is door [echtgenoot eiseres] op 2 augustus 2005 aan Dexia voldaan. Lease-overeenkomst II betreft een lopende overeenkomst.
2.4.
[eiseres] heeft [echtgenoot eiseres], met wie zij ten tijde van de overname van de lease-overeenkomsten van de zoon door [echtgenoot eiseres] was gehuwd, hiervoor geen (schriftelijke) toestemming verleend.
2.5.
[echtgenoot eiseres] heeft een zogenoemde “Overeenkomst Dexia Aanbod” (hierna: het
Dexia Aanbod) ondertekend. Deze overeenkomst bood [echtgenoot eiseres] bepaalde mogelijkheden voor de wijze waarop een eventuele restschuld na het einde van de looptijd van een lease-overeenkomst kon worden voldaan.
2.6.
Het Dexia Aanbod (waarin [echtgenoot eiseres] als “Deelnemer” wordt aangeduid) luidt – voor zover van belang – als volgt:
“Artikel 1 Algemene Bepalingen
[ ]
DA-Effectenlease-overeenkomst: Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst: de effectenlease-overeenkomst(en) tussen Deelnemer en Dexia waarvoor het Dexia Aanbod geldt [ ]
[ ]
NDA-Effectenlease-overeenkomst: Niet Dexia Aanbod Effectenlease-overeenkomst: de (eventuele) effectenlease-overeenkomst(en) tussen Deelnemer en Dexia waarvoor de verruimde mogelijkheden van het Dexia Aanbod niet gelden [ ]
[ ]
Artikel 5 Verklaringen van Deelnemer en afstand van recht
Artikel 5.1 Verklaringen van Deelnemer
- 5.1.1.
Deelnemer verklaart dat hij een eventueel door of namens hem tegen Dexia [ ] gerichte klacht die betrekking heeft op, of verband houdt met, die effectenlease-overeenkomst(en) intrekt of doet intrekken.
- 5.1.2.
Deelnemer verklaart dat hij terzake van de DA-Effectenlease-overeenkomst(en) en/of de NDA-Effectenlease-overeenkomst(en) afstand doet van alle door of namens hem of te zijnen behoeve door derden jegens Dexia [ ] gepretendeerde rechten (met inbegrip van maar niet beperkt tot enig recht op schadevergoeding of vernietiging) uit hoofde van of verband houdende met die effectenlease-overeenkomst(en) [ ].
- 5.1.3.
Deelnemer verklaart dat hij op geen enkele wijze een beroep zal doen op een eventueel in het kader van of samenhangende met een groepsactie in de zin van artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek tegen Dexia en/of enige tussenpersoon te wijzen rechterlijke uitspraak die betrekking heeft op of verband houdt met effectenlease. [ ]
- 5.1.4.
Deelnemer verklaart dat hij rechthebbende is ten aanzien van de in de artikelen 5.1.1, 5.1.2 en 5.1.3 bedoelde vorderingen en rechten en dat hij ook overigens alle bevoegdheden bezit die zijn vereist om bovengenoemde verklaringen effectief te kunnen afleggen.
[ ]”.
2.7.
[eiseres] heeft het Dexia Aanbod niet ondertekend. Door ondertekening van het Dexia Aanbod is [echtgenoot eiseres] in aanmerking gekomen voor een korting op de restschuld uit lease-overeenkomst I, conform de zogenaamde ‘Duisenberg-regeling’. Aangezien deze restschuld reeds door [echtgenoot eiseres] was voldaan heeft [echtgenoot eiseres] nadien in dit kader een bedrag van € 1.108,95 van Dexia ontvangen.
2.8.
[echtgenoot eiseres] heeft in het kader van het Dexia Aanbod ervoor gekozen de reeds lopende verlengingsovereenkomst om te zetten in een verlengingsovereenkomst onder de (gunstigere) voorwaarden van het Dexia Aanbod.
2.9.
Bij brief van 5 februari 2003 (hierna: de vernietigingsbrief) heeft [eiseres] met een beroep op artikel 1:89 BW de lease-overeenkomsten vernietigd en terugbetaling gevorderd van alle door [echtgenoot eiseres] betaalde termijnen binnen een termijn van 14 dagen.
3. Vordering [eiseres]
Vordering
3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter bij vonnis Dexia veroordeelt tot terugbetaling aan [echtgenoot eiseres] van al hetgeen in het kader van de lease-overeenkomsten aan Dexia is betaald, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling tot aan de dag van algehele terugbetaling, en wel op grond van nietigheid van de lease-overeenkomsten op grond van artikel 1:88 BW. Voorts vordert [eiseres] Dexia te bevelen om binnen twee weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis te bewerkstellingen dat de registratie van [echtgenoot eiseres] bij het Bureau Kredietregistratie te Tiel, althans de aan die registratie gekoppelde achterstandscodering, ongedaan te maken, zulks op straffe van een dwangsom. Ten slotte vordert [eiseres] Dexia te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
4. Standpunten [eiseres]
4.1.
[eiseres] stelt, voor zover voor de beoordeling van belang, dat de lease-overeenkomsten moeten worden aangemerkt als huurkoop in de zin van artikel 7A:1576h BW en derhalve als koop op afbetaling in de zin van artikel 7A:1576 BW en dus haar toestemming behoefde ingevolge artikel 1:88 lid 1 sub d BW. Omdat zij deze (schriftelijke) toestemming niet heeft verleend, heeft zij de lease-overeenkomst rechtsgeldig kunnen vernietigen.
5. Standpunten Dexia
5.1.
Dexia stelt allereerst dat sprake is van een nietige dagvaarding en betwist voorts de vorderingen van [eiseres]. Daartoe voert zij, voor zover voor de beoordeling van belang, allereerst aan dat de vorderingen van [eiseres] dienen te worden afgewezen omdat [echtgenoot eiseres] het Dexia Aanbod heeft aanvaard. Verder stelt zij zich op het standpunt dat lease-overeenkomst I niet kan worden aangemerkt als huurkoop bij gebrek aan aflevering. Dexia stelt dat artikel 1:88 BW dientengevolge niet van toepassing is zodat van vernietigbaarheid als bedoeld in artikel 1:89 BW geen sprake is. Ten slotte stelt zij dat voor zover de door [eiseres] uitgebrachte vernietigingsverklaring mede gericht is op de verlengingsovereenkomst, deze verlengingsovereenkomst evenmin kwalificeert als huurkoop aangezien op grond van de verlengingsovereenkomst niets wordt aangekocht.
6. Beoordeling
Nietigheid dagvaarding
6.1.
Artikel 120 Rv schrijft voor aan welke vereisten de dagvaarding op straffe van nietigheid moet voldoen. Een van die vereisten is dat indien de eiser bij gemachtigde procedeert, de naam en het adres van de gemachtigde worden vermeld. Aan dit vereiste is voldaan. De wet vereist niet dat uit de dagvaarding blijkt dat de in de dagvaarding vermelde gemachtigde ook daadwerkelijk gemachtigd is, dan wel dat de gemachtigde (althans de partij namens wie deze optreedt) op verzoek van de wederpartij (gedaagde) op eerste verzoek van deze een bewijs van volmacht zou moeten overleggen. De stelling van Dexia dat de dagvaarding nietig is, omdat de gemachtigde van [eiseres] geen bewijs van volmacht heeft overgelegd, vindt dan ook geen steun in het recht.
Dexia Aanbod
6.2.
Zoals hierboven al is vastgesteld, is het Dexia Aanbod wel door [echtgenoot eiseres], maar niet door [eiseres] ondertekend. Door de ondertekening van deze overeenkomst door [echtgenoot eiseres], heeft hij weliswaar afstand gedaan van zijn rechten, maar niet van de rechten van [eiseres]. Het recht om de lease-overeenkomsten op grond van artikel 1:89 BW te vernietigen, komt immers slechts de niet-handelende echtgenoot toe, zodat de handelende echtgenoot van dat recht geen afstand kan doen. Bovendien verzet ook reeds de aard van artikel 1:88 BW zich ertegen dat de handelende echtgenoot door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst met betrekking tot een overeenkomsten waarop artikel 1:88 BW betrekking heeft het beroep op de vernietigbaarheid van die overeenkomsten op grond van artikel 1:89 BW van de andere echtgenoot onmogelijk maakt. Hiermee zou immers de aan artikel 1:88 BW ten grondslag liggende beschermingsgedachte worden ondergraven. Het Dexia Aanbod ligt derhalve niet aan toewijzing van de vorderingen in de weg.
Huurkoop; bevoegdheid en artikel 1:88/1:89 BW
6.3.
Dexia heeft aangevoerd dat voor wat betreft lease-overeenkomst I geen sprake is van aflevering en derhalve niet van huurkoop. Hieromtrent overweegt de kantonrechter als volgt. Zoals Dexia terecht opmerkt moet in een geval van levering van aandelen onder de opschortende voorwaarde dat volledige betaling heeft plaatsgevonden onder aflevering worden verstaan dat aan de wederpartij van Dexia het genot van de aandelen wordt verschaft. Daarvan is in ieder geval sprake indien [echtgenoot eiseres] het volledige risico van de waardeontwikkeling van de effecten droeg en hij krachtens de lease-overeenkomst recht had op het uit de aandelen voortvloeiende dividend (zie Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837). Dat [echtgenoot eiseres], zoals Dexia heeft aangevoerd, naast de maandelijkse termijnen een premie verschuldigd is en de dividenden in mindering worden gebracht op deze premie, maakt dit niet anders. Immers, in een dergelijk geval geniet [echtgenoot eiseres] het aan het dividend verbonden voordeel door middel van vermindering van zijn betalingsverplichting. Derhalve is sprake van verkrijging van het genot van de aandelen en mitsdien van aflevering. Hieruit volgt dat ook in dit geval sprake is van huurkoop.
6.4.
Dit betekent dat artikel 1:88 lid 1 onder d BW op de lease-overeenkomsten van toepassing is. Nu volgens artikel 7A:1576i BW huurkoop bij akte wordt aangegaan, diende de daar bedoelde toestemming voor de lease-overeenkomsten ook schriftelijk te worden gegeven (vgl. het arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 1 maart 2007, LJN AZ9721, rov 2.12.3 en het reeds genoemde arrest van de Hoge Raad van 28 maart 2008, LJN BC2837). Aangezien deze schriftelijke toestemming ontbreekt, had [eiseres] de bevoegdheid een beroep te doen op de hier bedoelde vernietigbaarheid. Dit geldt ook ten aanzien van de verlenging van lease-overeenkomst I. Nu de verlenging immers zodanig samenhangt met lease-overeenkomst I, brengt de door [eiseres] op 5 februari 2003 ingeroepen nietigheid van de onderliggende lease-overeenkomst met zich dat ook de verlenging nietig is. Vanaf de twaalfde maand van de verlenging is deze op grond van het Dexia Aanbod omgezet in een verlenging onder andere voorwaarden. Voor zover Dexia dat betwist, deelt ook deze verlenging het lot van de onderliggende lease-overeenkomst. Deze overeenkomst voorziet immers in de afwikkeling van de restschuld die is voortgevloeid uit de onderliggende lease-overeenkomst. Nu deze is komen te vervallen heeft [echtgenoot eiseres] de termijnen uit deze overeenkomst onverschuldigd aan Dexia betaald.
6.5.
Nu [eiseres] van haar bevoegdheid tot vernietiging gebruik heeft gemaakt dienen alle betalingen aan Dexia op grond van de lease-overeenkomsten te worden gerestitueerd, verminderd met hetgeen op grond van die overeenkomsten van Dexia is ontvangen, zoals uitgekeerde dividenden. Op grond van artikel 1:89 lid 5 BW kan [eiseres] alle uit de nietigheid voortvloeiende rechtshandelingen instellen, die [echtgenoot eiseres] ook zou kunnen instellen. De vordering van [eiseres] dat alle betalingen voortvloeiende uit het aangaan van de lease-overeenkomsten dienen te worden terugbetaald komt derhalve voor toewijzing in aanmerking.
6.6.
[eiseres] heeft de door Dexia bij antwoordakte in het geding gebrachte specificatie van de over en weer betaalde en ontvangen bedragen niet weersproken. Voor wat betreft de uiteindelijk door Dexia aan [eiseres] te betalen bedragen, wordt verwezen naar de aan dit vonnis gehechte bijlage.
Wettelijke rente
6.7.
De gevorderde wettelijke rente is toewijsbaar over het door Dexia te restitueren bedrag vanaf het moment waarop Dexia met de terugbetaling in verzuim is geraakt.
Uitgaande van de in de vernietigingsbrief genoemde betalingstermijn van 14 dagen vanaf de dagtekening van de brief, is Dexia op 19 februari 2003 in verzuim geraakt. De wettelijke rente zal daarom worden toegewezen vanaf 19 februari 2003 over het totaal van vóór die datum aan Dexia gedane betalingen verminderd met het totaal van de vóór die datum van Dexia ontvangen uitkeringen (zoals dividenden). Over de na 19 februari 2003 door [echtgenoot eiseres] aan Dexia gedane betalingen is wettelijke rente verschuldigd met ingang van de dag van elke betaling, verminderd met de over de na 19 februari 2003 door [echtgenoot eiseres] van Dexia ontvangen uitkeringen (waaronder dividenden) berekende wettelijke rente vanaf de dag van ontvangst van die uitkeringen.
Verrekening
6.8.
Volgens Dexia heeft [echtgenoot eiseres] de garantie van artikel 5.1.4 van het Dexia Aanbod geschonden. In verband met de schending van deze garantie zou Dexia een vordering tot schadevergoeding op [echtgenoot eiseres] hebben, waarvan de omvang noodzakelijkerwijs gelijk is aan het bedrag dat [eiseres] in verband met de vernietiging zou worden toegewezen. Dexia heeft zich in dit verband beroepen op verrekening van deze vordering op [echtgenoot eiseres] met de vordering die [eiseres] op Dexia heeft.
6.9.
De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt. Zonder nadere toelichting, die evenwel ontbreekt, valt niet in te zien dat Dexia een tegenvordering op [echtgenoot eiseres] zou hebben welke voor verrekening in aanmerking komt. Immers, onduidelijk is welke in artikel 5.1.4. van de het Dexia Aanbod opgenomen garantie door [echtgenoot eiseres] zou zijn geschonden, nu noch door, noch namens hem een vordering is ingesteld.
BKR registratie
6.10.
Nu [echtgenoot eiseres] ingevolge dit vonnis geen betalingsverplichtingen jegens Dexia meer heeft, zal de vordering met betrekking tot de BKR-registratie worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd en de termijn waarbinnen Dexia aan haar na te melden verplichting moet voldoen zal worden gesteld op veertien dagen na betekening van dit vonnis.
Overige stellingen
6.11.
De overige stellingen van partijen behoeven geen behandeling meer.
Proceskosten
6.12.
Gelet op de uitslag van de procedure dient Dexia te worden veroordeeld in de kosten van het geding.
Beslissing
De kantonrechter:
- I.
verklaart voor recht dat artikel 1:88 BW op de lease-overeenkomsten van toepassing is en dat de lease-overeenkomsten buitengerechtelijk zijn vernietigd;
- II.
veroordeelt Dexia aan [eiseres] te betalen:
- -
ter zake van lease-overeenkomst I € 8.873,34;
- -
ter zake van lease-overeenkomst II € 10.614,62;
te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 februari 2003 over het totaal van de vóór deze datum aan Dexia gedane betalingen verminderd met het totaal van de vóór deze datum van Dexia ontvangen uitkeringen tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede te vermeerderen met de wettelijke rente over elke na 19 februari 2003 aan Dexia verrichte betaling vanaf het moment van betaling, verminderd met de wettelijke rente over de na die datum van Dexia ontvangen uitkeringen vanaf het moment van ontvangst, tot aan de dag der algehele voldoening;
- III.
veroordeelt Dexia in de kosten van de procedure aan de zijde van [eiseres] gevallen, tot op heden begroot op:
- -
voor verschuldigd griffierecht € 208,00
- -
voor explootkosten € 85,98
- -
voor salaris van gemachtigde € 800,00
totaal: € 1.093,98
een en ander, voor zover verschuldigd, inclusief btw;
- IV.
veroordeelt Dexia om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis het Bureau Krediet Registratie te Tiel te berichten dat [echtgenoot eiseres] geen verplichtingen uit de lease-overeenkomsten meer heeft, op straffe van een dwangsom van € 100,00 voor elke dag dat Dexia niet aan deze veroordeling voldoet tot een maximum van € 10.000,00;
- V.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr. W.A.J.P. van den Reek, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 oktober 2009 in tegenwoordigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter
Behoort bij vonnis d.d. 14-10-2009
Rolnummer DX 09-239
Overzicht van de gegevens per overeenkomst
Alle bedragen zijn vermeld in euro's.
totaal
ontvangen ontvangen o.g.v. te
nr. contractnr. betaald dividenden Duisenbergregeling ontvangen
- I.
[nr] € 11.562,35 € 1.580,06 € 1.108,95 € 8.873,34
- II.
[nr] € 13.470,88 €2.856,26 n.v.t. € 10.614,62