NJB 2019/1752
Wet Bopz. Vervolg op HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1936. Machtiging tot voortgezet verblijf. Na cassatie en terugwijzing behandelt de rechtbank het verzoek enkelvoudig, maar beslist zij meervoudig. Hoge Raad: 1. Geding na cassatie en terugwijzing. Ex nunc. Ex tunc. Nu ten tijde van de na verwijzing te nemen beslissing al een onherroepelijk geworden volgende machtiging was verleend, bestond voor een beoordeling ex nunc geen grond. Wel diende de rechtbank nog te beoordelen of op het tijdstip van de vernietigde beschikking voldoende grond bestond voor het verlenen van de machtiging. Deze beoordeling ex tunc heeft zij uitgevoerd. 2. Verzoek om behandeling door de meervoudige kamer. Iedere partij moet de gelegenheid worden gegeven te verzoeken om een (hernieuwde) behandeling door de meervoudige kamer. Indien een enkelvoudige kamer het voornemen heeft de zaak na behandeling te verwijzen naar een meervoudige kamer, kan zij erop wijzen dat dit verzoek kan worden gedaan. Partijen kunnen dan afstand daarvan doen. Indien de betrokkene in een Bopz-zaak niet wordt bijgestaan door een advocaat, dient de rechter zich ervan te vergewissen dat de keuze voor de betrokkene duidelijk is en dat hij zijn wil terzake voldoende heeft kunnen bepalen
HR 12-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1202
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 juli 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
19/00472
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1202, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:600, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑05‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑01‑2019
- Wetingang
(art. 5 lid 1, aanhef en onder e, EVRM; art. 1 lid 4, art. 17 lid 3 Wet Bopz; art. 15, 16 lid 5 Rv)
Essentie
Wet Bopz. Vervolg op HR 12 oktober 2018, ECLI:NL:HR:2018:1936. Machtiging tot voortgezet verblijf. Na cassatie en terugwijzing behandelt de rechtbank het verzoek enkelvoudig, maar beslist zij meervoudig. Hoge Raad: 1. Geding na cassatie en terugwijzing. Ex nunc. Ex tunc. Nu ten tijde van de na verwijzing te nemen beslissing al een onherroepelijk geworden volgende machtiging was verleend, bestond voor een beoordeling ex nunc geen grond. Wel diende de rechtbank nog te beoordelen of op het tijdstip van de vernietigde beschikking voldoende grond bestond voor het verlenen van de machtiging. Deze beoordeling ex tunc heeft zij uitgevoerd. 2. Verzoek om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.