RAV 2010/92
Schadevergoeding. Welke schade kan een octrooihouder van zijn toerekenbaar tekortschietende octrooigemachtigde vorderen?
HR 09-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL9293
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2010
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, A. Hammerstein, J.C. van Oven, C.A. Streefkerk
- Zaaknummer
08/03418
- Conclusie
A-G Verkade
- LJN
BL9293
- JCDI
JCDI:ADS874897:1
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BL9293, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BL9293, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 26‑03‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑07‑2008
- Wetingang
Essentie
Schadevergoeding.
Welke schade kan een octrooihouder van zijn toerekenbaar tekortschietende octrooigemachtigde vorderen?
Samenvatting
J. Gierveld heeft twee uitvindingen gedaan met betrekking tot een schaatsframe. De octrooigemachtigde (Schuman) heeft namens eiseres (Gierveld Beheer) een octrooiaanvraag ingediend en jegens een derde, Mogema, een exploit laten betekenen. Het (gewijzigde) octrooi is aan eiseres verleend. Mogema heeft schaatsgestellen op de markt gebracht volgens de in het octrooi beschreven werkwijze. De door de octrooihouder (eiseres) mede namens de licentienemer jegens Mogema ingestelde vordering tot schadevergoeding, is grotendeels afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het aan Mogema uitgebrachte exploit niet voldeed aan de vereiste nauwkeurigheid en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.