Einde inhoudsopgave
Besluit SUWI
Artikel 5a.2 Koppeling door verwerker
Geldend
Geldend vanaf 28-07-2018. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 25-05-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 249 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
28-07-2018, terugwerkend tot: 25-05-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-07-2018, Stb. 2018, 250 (uitgifte: 27-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien het verzoek voldoet aan artikel 5a.1, tweede tot en met vierde lid, worden de gegevens overeenkomstig artikel 65, eerste lid, van de Wet SUWI verwerkt, nadat het samenwerkingsverband de noodzakelijke bestanden kosteloos en voldoende beveiligd aan de verwerker heeft aangeleverd.
2.
Als verwerker voor de koppeling van de bestanden in SyRI wordt de Stichting Inlichtingenbureau aangewezen.
3.
De verwerker verricht achtereenvolgens de volgende activiteiten ten behoeve van het SyRI-project:
- a.
hij brengt de door het samenwerkingsverband aangeleverde bestanden die ten behoeve van de uitvoering van het risicomodel noodzakelijk zijn samen;
- b.
hij creëert bestanden met versleutelde persoons- en bedrijfsgegevens, zodanig dat deze voor anderen niet meer tot natuurlijke personen en rechtspersonen herleidbaar zijn;
- c.
hij creëert een afzonderlijk bestand met de sleutels voor de ontsleuteling van de versleutelde gegevens, bedoeld in onderdeel b;
- d.
hij maakt de bestanden gereed voor koppeling;
- e.
hij neemt de gegevens op in SyRI door het koppelen van de bestanden, bedoeld in onderdeel b, overeenkomstig het risicomodel;
- f.
hij ontsleutelt alleen die gegevens die op basis van de resultaten van de koppeling van de bestanden duiden op een verhoogd risico op onregelmatigheden als bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet SUWI en legt daar een bestand van aan;
- g.
hij verstrekt het bestand, bedoeld in onderdeel f, aan Onze Minister.
4.
De verwerker vernietigt de in het kader van het SyRI-project aan hem verstrekte bestanden, de door hem bewerkte bestanden en de bestanden, bedoeld in het derde lid, onderdeel c, binnen vier weken nadat het bestand, bedoeld in het derde lid, onderdeel g, aan Onze Minister is verstrekt.