Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 2027/97 betreffende de aansprakelijkheid van luchtvervoerders met betrekking tot het luchtvervoer van passagiers en hun bagage
Artikel 5 [Voorschot]
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2002
- Redactionele toelichting
Deze wijziging wordt toegepast vanaf 28-06-2004, tegelijk met de inwerkingtreding van het Verdrag van Montreal voor de Gemeenschap (20-05-1999, Trb. 2001, 91).
- Bronpublicatie:
13-05-2002, PbEG 2002, L 140 (uitgifte: 30-05-2002, regelingnummer: 889/2002)
- Inwerkingtreding
30-05-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-05-2002, PbEG 2002, L 140 (uitgifte: 30-05-2002, regelingnummer: 889/2002)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
1.
De luchtvervoerder van de Gemeenschap betaalt onverwijld en in elk geval uiterlijk 15 dagen nadat de identiteit van de schadevergoedingsgerechtigde natuurlijke persoon is vastgesteld, een voorschot dat toereikend moet zijn om de onmiddellijke economische noden te lenigen en dat evenredig is aan het geleden nadeel.
2.
Onverminderd lid 1 moet het voorschot in geval van overlijden ten minste 16 000 bijzondere trekkingsrechten in euro-equivalenten per passagier bedragen.
3.
Een voorschot impliceert niet dat aansprakelijkheid wordt erkend en mag worden verrekend met elk bedrag dat later op basis van de aansprakelijkheid van de luchtvervoerder van de Gemeenschap wordt uitgekeerd, maar behoeft niet te worden terugbetaald, tenzij in de in artikel 20 van het Verdrag van Montreal bedoelde gevallen of als degene die het voorschot ontvangen heeft niet schadevergoedingsgerechtigd was.