Prg. 2018/181
Indien een werknemersorganisatie nakoming van de CAO vordert, is het niet noodzakelijk dat er ook werknemers zijn die bezwaren hebben tegen de handelswijze van hun werkgever.
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:980
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/02496
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:980, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:346, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2018
- Wetingang
Art. 3:303 Wet CAO; art. 8, 9 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Werknemersorganisatie vordert nakoming CAO. Is het noodzakelijk dat er werknemers zijn die bezwaar hebben tegen de niet-nakoming van de CAO door hun werkgever?
Nee. Als contractspartij heeft een werknemersorganisatie een eigen belang bij recht op nakoming.
Samenvatting
In 2011wordt de CAO met terugwerkende kracht afgesloten met toekenning van loonsverhogingen van 2%. Werkgeversorganisatie wenst de verhoging te verrekenen met een eerdere verhoging van 1,5 %, toegekend als voorschot op de nog te sluiten CAO. Vanaf 2011 ontvangen de werknemers dan 2% – 1,5% = 0,5% loonsverhoging. Werknemersorganisatie FNV vordert dat werkgeversorganisaties worden veroordeeld hun leden op te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.