FED 2018/176
Ontvanger is niet een van de Staat te onderscheiden schuldeiser voor pluraliteitsvereiste in Faillissementswet
HR 26-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1988, m.nt. G.C.D. Grauss
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. Streefkerk, Snijders, Tanja-van den Broek, Kroeze, Sieburgh
- Zaaknummer
17/06098
- Noot
G.C.D. Grauss
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS274167:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Civiel recht algemeen (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1988, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:695, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑06‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑12‑2017
- Wetingang
Art. 2:1 BW; art. 1 lid 1, art. 6 lid 3 Fw; art. 1:1 Awb; art. 3 lid 2 Invorderingswet 1990
Essentie
Ontvanger is niet een van de Staat te onderscheiden schuldeiser voor pluraliteitsvereiste in Faillissementswet
Samenvatting
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid) verzoekt een in Bulgarije wonende schuldenaar failliet te verklaren. De Staat voert daarvoor aan dat de schuldenaar verkeert in de toestand dat zij is opgehouden te betalen, nu zij zowel een vordering van de Staat uit hoofde van een bestuurlijke boete wegens het overtreden van de Wet arbeid vreemdelingen, als een vordering van de belastingdienst onbetaald heeft gelaten. De civiele kamer van de Hoge Raad overweegt onder verwijzing naar NJ 2018/225 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.