NJB 2022/873:Prejudiciële procedure. Huur woonruimte. Verhuis- en inrichtingskosten. Wisselwoning. Tijdens de renovatie van een woning verblijft de huurder in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning. Heeft de huurder recht op de wettelijke minimumbijdrage in verhuis- en inrichtingskosten? Hoge Raad: Een huurder van zelfstandige woonruimte die tijdens een renovatie het gehuurde moet verlaten en tijdelijk verblijft in een door de verhuurder ter beschikking gestelde, volledig ingerichte en gestoffeerde wisselwoning, heeft geen aanspraak op de wettelijke minimumbijdrage. Dat geldt ook als de huurder geen gebruik maakt van de door de verhuurder aangeboden wisselwoning, indien die woning in de gegeven omstandigheden een redelijke en passende voorziening is. Of de aangeboden wisselwoning een redelijke en passende voorziening is, hangt onder meer af van de ligging en kwaliteit van de wisselwoning, de duur van het verblijf in de wisselwoning, de vraag of enig deel van de inboedel moet worden verplaatst en de persoonlijke omstandigheden van de huurder. De kosten van de huurder, die gepaard kunnen gaan met een tijdelijk verblijf in een wisselwoning of gemaakt worden bij terugkeer in de gerenoveerde woning, moet de verhuurder in beginsel vergoeden.