JWB 2001/137
Immateriele schade, billijkheid, begroting van schade
HR 27-04-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AB1337
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 april 2001
- Zaaknummer
C99/243HR
- LJN
AB1337
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB1337, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑04‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AB1337, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑04‑2001
- Wetingang
Art. 6:106 BW
Essentie
Immateriele schade, billijkheid, begroting van schade
Samenvatting
Casus
Eiseres tot cassatie is de moeder van verweerder in cassatie. Verweerder heeft haar op 22 april 1996 een brief geschreven met de zinsneden: “Ik heb inmiddels aangifte gedaan en er loopt een onderzoek naar je. (…) De moorden, sexueel misbruik en satanische rituelen die je mij en je andere kinderen hebt aangedaan zijn nooit te vergeven.” In eerste aanleg vordert eiseres onder meer vergoeding van de door haar geleden immateriële schade, doordat verweerder haar in haar eer en goede naam heeft geschaad. De Rechtbank heeft bij vonnis van 17 december 1997 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.