Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/629
Invorderingswet. Executoriaal beslag door Ontvanger; schorsende werking verzetprocedure, art. 17 lid 2 Iw; is rechterlijke beslissing nodig om schorsende werking op te heffen ingeval van misbruik van bevoegdheid?
HR 01-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1188
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 2015
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
14/00822
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1188, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:78, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑01‑2014
- Wetingang
Art. 17 Iw
Essentie
Invorderingswet. Executoriaal beslag door Ontvanger; schorsende werking verzetprocedure, art. 17 lid 2 Iw; is rechterlijke beslissing nodig om schorsende werking op te heffen ingeval van misbruik van bevoegdheid?
In HR 7 oktober 1994, NJ 1995/411, m.nt. H.J. Snijders is beslist dat de bevoegdheid van de belastingschuldige om zich te beroepen op de schorsende werking die het door hem tegen het dwangbevel ingestelde verzet op grond van art. 17 lid 2, tweede volzin, Iw heeft, vatbaar is voor misbruik en dat in het geval dat van misbruik sprake is, door hem geen beroep kan worden gedaan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.