JWB 2015/336
Wederechtelijk verblijf woning
HR 02-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2909
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2015
- Zaaknummer
14/03971
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2909, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:848, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑06‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑07‑2014
- Wetingang
Essentie
Wederechtelijk verblijf woning
Samenvatting
Casus
Deze zaak betreft een verbodsvordering van een strafrechtelijke ontruiming van een pand op grond van art. 551a Sv. In cassatie gaat het er om of in dit geval sprake is van kraken in de zin van art. 138a Sr.
Rechtsvraag
Veronderstelt het wederrechtelijk vertoeven als bedoeld in art. 138a Sr dat tevens sprake is geweest van wederrechtelijk binnendringen?
Beslissing
Noch de tekst van de wet, noch de daarop gegeven parlementaire toelichting biedt steun voor de door het middel bepleite beperking. Het oordeel van het hof is dus juist. Het middel faalt.
... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.