Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1053/2013 instelling van een evaluatiemechanisme voor de controle van en het toezicht op de toepassing van het Schengenacquis
Artikel 14 Evaluatieverslag
Geldend
Geldend vanaf 26-11-2013
- Bronpublicatie:
07-10-2013, PbEU 2013, L 295 (uitgifte: 06-11-2013, regelingnummer: 1053/2013)
- Inwerkingtreding
26-11-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2013, PbEU 2013, L 295 (uitgifte: 06-11-2013, regelingnummer: 1053/2013)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Politierecht / Algemeen
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
Na elke evaluatie wordt een evaluatieverslag opgesteld. Het evaluatieverslag wordt gebaseerd op de bevindingen van het plaatsbezoek en/of de vragenlijst. In het geval van een plaatsbezoek wordt het evaluatieverslag door het team ter plaatse tijdens het bezoek opgesteld.
De deskundigen van de lidstaten en de vertegenwoordigers van de Commissie dragen de algemene verantwoordelijkheid voor het opstellen en het verzekeren van de integriteit en de kwaliteit van het evaluatieverslag. In geval van onenigheid trachten het team ter plaatse of het team voor de vragenlijst, al naar gelang het geval, tot een compromis te komen.
2.
In het evaluatieverslag worden de kwalitatieve, kwantitatieve, operationele, administratieve en organisatorische aspecten geanalyseerd en de tijdens de evaluatie vastgestelde tekortkomingen bepaald.
3.
Elke bevinding uit het evaluatieverslag krijgt een van de volgende beoordelingen:
- a)
in overeenstemming;
- b)
in overeenstemming, maar verbetering nodig;
- c)
niet in overeenstemming.
4.
De Commissie brengt het ontwerpevaluatieverslag binnen zes weken na het plaatsbezoek of de ontvangst van het antwoord op de vragenlijst ter kennis van de geëvalueerde lidstaat. De geëvalueerde lidstaat maakt zijn opmerkingen over het ontwerpevaluatieverslag binnen twee weken na ontvangst kenbaar. Op verzoek van de geëvalueerde lidstaat wordt een redactievergadering gehouden. De opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat kunnen in het ontwerpevaluatieverslag worden verwerkt.
5.
Het ontwerpevaluatieverslag en de opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat worden door de Commissie voorgelegd aan de andere lidstaten, die worden verzocht te reageren op het antwoord op de vragenlijst, het ontwerpevaluatieverslag en de opmerkingen van de geëvalueerde lidstaat.
Op basis hiervan neemt de Commissie het ontwerpevaluatieverslag aan, in voorkomend geval gewijzigd en vervolgens aangenomen, door middel van een uitvoeringshandeling. De desbetreffende uitvoeringshandeling wordt volgens de in artikel 21, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld. De Commissie deelt het evaluatieverslag aan het Europees Parlement mee.