Einde inhoudsopgave
Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994
Artikel 2 [Definities]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
20-05-2020, Stb. 2020, 167 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 35188)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2020, Stb. 2020, 506 (uitgifte: 11-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Motorrijtuigenbelasting
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
motorrijtuig: een voertuig dat is bestemd om anders dan langs spoorstaven te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het voertuig aanwezig, met uitzondering van:
- 1°
een bromfiets in de zin van artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994;
- 2°
een fiets met trapondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel ea, van die wet, en
- 3°
een landbouw- of bosbouwtrekker die, een motorrijtuig met beperkte snelheid dat of een mobiele machine die in het kentekenregister als zodanig is geregistreerd;
- b.
personenauto: een motorrijtuig op drie of meer wielen, ingericht voor personenvervoer en wel voor het vervoer van niet meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;
- c.
bestelauto: een motorrijtuig op drie of meer wielen niet zijnde een personenauto of een autobus, met een toegestane maximum massa van 3 500 kg of minder;
- d.
motorrijwiel: een motorrijtuig op twee wielen, alsmede een dergelijk motorrijtuig dat is verbonden met een zijspanwagen;
- e.
autobus: een motorrijtuig op drie of meer wielen dat is ingericht voor personenvervoer en wel voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;
- f.
vrachtauto: een motorrijtuig, niet zijnde een personenauto, een bestelauto, een motorrijwiel of een autobus;
- g.
aanhangwagen: een voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, dat kennelijk is bestemd om te worden voortbewogen door een motorrijtuig;
- h.
koppelinrichting: een aan een motorrijtuig bevestigde inrichting met behulp waarvan het motorrijtuig kan worden verbonden met een aanhangwagen;
- i.
bedrijfsvoorraad: de voorraad motorrijtuigen van een bedrijf van een natuurlijk persoon of rechtspersoon waaraan een erkenning als bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 5, van de Wegenverkeerswet 1994 is verleend;
- j.
herstelbedrijf: een bedrijf dat in opdracht van derden aan motorrijtuigen onderhoudswerkzaamheden of reparaties verricht dan wel veranderingen aanbrengt;
- k.
eigen massa: de massa van het voertuig in bedrijfsvaardige staat met inbegrip van de bedrijfsstoffen, reservedelen en gereedschappen die behoren tot de normale uitrusting;
- l.
toegestane maximum massa: de eigen massa van het voertuig vermeerderd met de voor het voertuig toegestane maximum massa aan lading.
- m.
toegestane maximum massa van een vrachtauto die is voorzien van een koppelinrichting: de toegestane maximum massa van de vrachtauto indien deze niet zou zijn voorzien van een koppelinrichting, verhoogd met de hoogste toegestane maximum massa van een aanhangwagen waarmee de vrachtauto kan worden verbonden;
- n.
richtlijn: Richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen (PbEG 1999, L 187);
- o.
kentekenregister: het kentekenregister, genoemd in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Wegenverkeerswet 1994;
- p.
tenaamstelling: tenaamstelling in het kentekenregister als bedoeld in hoofdstuk IV, paragraaf 4a, van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede het te naam stellen of het op naam stellen van een personenauto, een bestelauto, een motorrijwiel, een vrachtauto of een autobus.