NJ 2018/152
Hoofdzaak en schadestaatprocedure; moet debat over eigen schuld worden gevoerd in hoofdzaak of in schadestaatprocedure?
HR 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2774, m.nt. S.D. Lindenbergh
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/02884
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Noot
S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124506:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2774, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:894, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑02‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑07‑2016
- Wetingang
Art. 612 Rv; art. 6:101 BW
Essentie
Hoofdzaak en schadestaatprocedure; moet debat over eigen schuld worden gevoerd in hoofdzaak of in schadestaatprocedure?
Op grond van art. 612 Rv begroot de rechter die een veroordeling tot schadevergoeding uitspreekt, in beginsel de schade in zijn vonnis voor zover hem dit mogelijk is, ook als slechts schadevergoeding op te maken bij staat is gevorderd, maar voldoende is gesteld en is komen vast te staan om te kunnen veroordelen tot een bepaald bedrag. Dit uitgangspunt brengt mee dat de rechter, voor zover hem dat mogelijk is in het licht van het debat van partijen en met inachtneming van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.