Einde inhoudsopgave
Douane- en Accijnswet BES
Artikel 2.9
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00:00 uur in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 05:00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
16-12-2010, Stb. 2010, 846 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken: 32190)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Stb. 2010, 848 (uitgifte: 28-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Belastingrecht algemeen (V)
1.
Bij regeling van Onze Minister van Financiën worden de gevallen aangewezen waarin de inspecteur op schriftelijk verzoek bij beschikking bindende inlichtingen over de toepassing van wettelijke regelingen op specifiek omschreven goederen kan verstrekken. Een bindende inlichting bindt de inspecteur slechts voor zover volledige overeenstemming bestaat tussen het in de inlichting omschreven goed en het aangegeven goed en heeft uitsluitend gelding ten aanzien van goederen die worden in- of uitgevoerd na de datum waarop de inlichting door de inspecteur is verstrekt.
2.
Een bindende inlichting is, gerekend vanaf de datum waarop de beschikking van kracht wordt, gedurende een jaar geldig.
3.
In afwijking van het tweede lid, verliest een bindende inlichting haar geldigheid indien zij:
- a.
ten gevolge van een wijziging van de wettelijke regelingen niet meer met het geldende recht in overeenstemming is;
- b.
niet langer verenigbaar is met volkenrechtelijke verplichtingen ten gevolge van de sluiting of wijziging van overeenkomsten die gelding hebben in het Rijk of met bindende internationale afspraken over de uitleg van die overeenkomsten;
- c.
niet langer verenigbaar is met een besluit over de uitleg van wettelijke regelingen of met een gerechtelijke uitspraak; of
- d.
overeenkomstig artikel 2.85, tweede lid, wordt ingetrokken of gewijzigd, mits aan de verkrijger van de inlichtingen daarvan vooraf kennis wordt gegeven.
4.
De datum waarop de bindende inlichting haar geldigheid verliest, is de datum waarop de vaststelling of wijziging van een wettelijke regeling of internationale overeenkomst in werking is getreden, onderscheidenlijk de internationale afspraak, de gerechtelijke uitspraak of het besluit, bekend is gemaakt.
5.
In afwijking van het tweede lid, mag de verkrijger van een bindende inlichting deze nog gedurende een periode van zes maanden na de bekendmaking van het verlies van de geldigheid overeenkomstig het derde lid, onderdelen c of d, gebruiken, indien hij op basis van de bindende inlichting en vóór de vaststelling van de betreffende maatregel, vaste en definitieve overeenkomsten voor de aankoop of de verkoop van de betreffende goederen heeft gesloten.