Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen
Einde inhoudsopgave
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.3.5.3:4.3.5.3 Gelijkheid
Bedrijfsopvolging bij natuurlijke personen (FM nr. 141) 2013/4.3.5.3
4.3.5.3 Gelijkheid
Documentgegevens:
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk, datum 01-09-2013
- Datum
01-09-2013
- Auteur
Dr. Y.M Tigelaar-Klootwijk
- JCDI
JCDI:ADS351613:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Toetsing aan mensenrechtenverdragen
In de eerste plaats is de vraag aan de orde of belastingplichtigen kunnen stellen dat het in strijd is met het gelijkheidsbeginsel dat ab-houders een beroep kunnen doen op een invorderingsfaciliteit ter zake van de belastingschuld gericht op een overdracht van een indirect ab. Deze vraag kan ontkennend worden beantwoord. Indien de holdingvennootschap de aandelen in de werkmaatschappij op verzoek van de ab-houder tegen een lagere prijs dan de waarde in het economische verkeer overdraagt, wordt dit aangemerkt als dividenduitkering door de holdingvennootschap aan de ab-houder. Andere onder de Wet IB 2001 vallende belastingplichtigen worden met een dergelijke heffing niet geconfronteerd. Van strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel kan dan ook geen sprake zijn.
Toetsing aan het draagkrachtbeginsel.
Is het in overeenstemming met het draagkrachtbeginsel dat een belastingplichtige bij de schenking van een indirect ab uitstel van betaling krijgt voor de hieruit voortvloeiende belastingschuld? Het is de belastingplichtige die de belasting uiteindelijk zelf moet voldoen. In die zin wordt recht gedaan aan het draagkrachtbeginsel. Afbreuk hieraan doet ook weer het renteloze karakter van de faciliteit. De belasting wordt hierdoor degressief van karakter.