RCR 2023/29
Internationale koopovereenkomst. Heeft het hof ten onrechte ambtshalve toepassing gegeven aan het Weens Koopverdrag? Kan dwaling ook op andere aspecten dan eigenschappen van het betrokken goed zien?
HR 24-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:313
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 februari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, A.E.B. ter Heide, K. Teuben
- Zaaknummer
22/00265
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS702645:1
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Conflictenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:313, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:1044, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑11‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑03‑2022
- Wetingang
Art. 6:228, 10:2 BW; art. 1 lid 1, 8 Weens Koopverdrag
Essentie
Internationale koopovereenkomst. Weens Koopverdrag. Ambtshalve toepassing. Dwaling.
Heeft het hof ten onrechte ambtshalve toepassing gegeven aan het Weens Koopverdrag? Kan dwaling ook op andere aspecten dan eigenschappen van het betrokken goed zien?
Samenvatting
Tussen Aswebo (België) en Jura (Nederland) is een overeenkomst gesloten voor de koop van lijngoten. Deze lijngoten zijn bedoeld voor afwatering op de Brusselse luchthaven. Aswebo heeft zich verplicht tot afname van de lijngoten. Aswebo concludeert dat Jura haar verplichtingen tot levering niet tijdig zal nakomen. Daardoor neemt Aswebo niet alle bestelde lijngoten af. Jura kan zich daar niet in vinden en start een procedure. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.