JWB 2016/313
Zorgplicht, schending, schadevergoeding, verdeling, tussenpersoon, vergunning
HR 02-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2015
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 september 2016
- Zaaknummer
14/04926
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2015, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:36, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑02‑2016
- Wetingang
Art. 7 Wte 1995, art. 10 Wte 1995, art. 6:101 BW
Essentie
Zorgplicht, schending, schadevergoeding, verdeling, tussenpersoon, vergunning
Samenvatting
Casus
De verweerder in cassatie heeft de rechtsvoorgangster van de eiseres tot cassatie, een bank, tweetal effectenleaseovereenkomsten gesloten die door de tussenkomst van een derde tot stand zijn gekomen. Met de op basis van deze overeenkomsten geleende bedragen zijn effecten in vier fondsen aangekocht. Deze effecten werden door de verweerder in cassatie van de bank geleased. Tijdens de looptijd van de overeenkomsten is de verweerder in cassatie rente en administratiekosten verschuldigd. Tezamen met de leasesom vormen deze bedragen totaal een bedrag NLG 141.613,23. De overeenkomsten zijn tussentijds beëindigd. De op basis van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.