NJF 2014/116
Procesrecht. Ontvankelijkheid in hoger beroep van een niet-ontvankelijk verklaarde benadeelde partij ten opzichte van een benadeelde partij wiens vordering door de (straf)rechter in eerste aanleg werd afgewezen in de zin van ongegrond.
Hof Arnhem-Leeuwarden 14-01-2014, ECLI:NL:GHARL:2014:147
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
14 januari 2014
- Magistraten
Mrs. J.H. Kuiper, A.M. Koene, M.C.D. Boon-Niks
- Zaaknummer
200.124.935/01
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
Bijzonder strafrecht / Milieustrafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2014:147, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 14‑01‑2014
- Wetingang
Art. 421 leden 3 en 4 Sv
Essentie
Procesrecht. Ontvankelijkheid in hoger beroep van een niet-ontvankelijk verklaarde benadeelde partij ten opzichte van een benadeelde partij wiens vordering door de (straf)rechter in eerste aanleg werd afgewezen in de zin van ongegrond.
Samenvatting
Een bedrijf wordt strafrechtelijk veroordeeld voor milieudelicten. Daarvan is de veroordeelde of het OM niet in hoger beroep gegaan. In de strafprocedure heeft een ander bedrijf zich als benadeelde partij gesteld. De rechtbank in de strafzaak heeft de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard omdat de vordering niet zag op een strafrechtelijk verwijt, zodat er geen causaal verband bestond. In hoger beroep (op voet van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.