Einde inhoudsopgave
Besluit voorkoming verontreiniging door schepen
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Bronpublicatie:
26-04-2018, Stb. 2018, 135 (uitgifte: 17-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-04-2018, Stb. 2018, 135 (uitgifte: 17-05-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Natuurbeschermingsrecht / Gebiedsbescherming
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
- b.
olietankschip: een olietankschip als bedoeld in voorschrift 1 van Bijlage I van het Verdrag;
- c.
passagiersschip: schip als bedoeld in voorschrift 1 van Bijlage IV van het Verdrag.
- d.
schadelijke vloeistof: een schadelijke vloeistof als bedoeld in voorschrift 1 van Bijlage II van het Verdrag;
- e.
schadelijke stoffen in verpakte vorm: schadelijke stoffen als bedoeld in voorschrift 1 van Bijlage III van het Verdrag, in verpakte vorm als bedoeld in dat voorschrift, met uitzondering van schadelijke stoffen in verpakte vorm, bestemd voor eigen scheepsgebruik of behorend tot de eigen scheepsuitrusting;
- f.
sanitair afval: sanitair afval als bedoeld in voorschrift 1 van Bijlage IV van het Verdrag met uitzondering van spoelwater afkomstig uit ruimten waar zich huisdieren bevinden;
- g.
Antarctisch gebied: gebied ten zuiden van 60° zuiderbreedte;
- h.
uitstoot: emissie als bedoeld in voorschrift 2 van Bijlage VI van het Verdrag;
- i.
GT: de maateenheid bruto-tonnage waarin de totale inhoud van een schip, vastgesteld overeenkomstig het op 23 juni 1969 te Londen totstandgekomen Verdrag betreffende de meting van schepen (Trb. 1970, 122), wordt uitgedrukt;
- j.
lengte: de overeenkomstig het verdrag, genoemd in onderdeel h, vastgestelde lengte van een schip;
- k.
internationale reis: een reis tussen twee verschillende landen, waarbij een gebied voor welks buitenlandse betrekkingen een buiten dat gebied zetelende regering verantwoordelijk is of waarvan de Verenigde Naties het besturend lichaam zijn, mede als een afzonderlijk land wordt aangemerkt;
- l.
AFS-verdrag: het op 5 oktober 2001 te Londen totstandgekomen Internationaal Verdrag inzake de beperking van schadelijke aangroeiwerende verfsystemen op schepen (Trb. 2004, 44);
- m.
IMO: de Internationale Maritieme Organisatie van de Verenigde Naties;
- n.
Mariene Milieucommissie: de gelijknamige commissie van de IMO;
- o.
BCH-Code: de bij resolutie MEPC.20(22) van de Mariene Milieucommissie aangenomen Code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren (Bulk Chemical Code);
- p.
IBC-Code: de bij resolutie MEPC.19(22) van de Mariene Milieucommissie aangenomen Internationale Code voor de bouw en uitrusting van schepen die gevaarlijke chemicaliën in bulk vervoeren (International Bulk Chemical Code);
- q.
NOx-Code: de Technische Code inzake de beheersing van de emissie van stikstofoxiden door scheepsdieselmotoren (Technical Code on Control of Emission of Nitrogen Oxides from Marine Diesel Engines, Trb. 2005, 30), aangenomen als bijlage bij resolutie 2 bij het Protocol van 1997 tot wijziging van het Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, 1973, zoals gewijzigd bij het Protocol van 1978, met Bijlage (Trb. 1999, 169);
- q.
Ballastwaterverdrag: het op 13 februari 2004 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballast water en sedimenten van schepen (Trb. 2005, 44);
- r.
ballastwater: water dat aan boord genomen wordt teneinde de trim, helling, diepgang, stabiliteit van of krachten op het schip te beheersen;
- s.
Scheepsrecyclingsverdrag: het op 15 mei 2009 te Hongkong tot stand gekomen Internationaal verdrag voor het veilig en milieuvriendelijk recyclen van schepen (Trb. 2010, 227 en 2017, 29).
2.
Voor de toepassing van de op grond van dit besluit toepasselijke verdragen en Codes wordt in dit besluit en de daarop berustende bepalingen, tenzij bij of krachtens dit besluit anders is bepaald, verstaan onder Administratie: Onze Minister.
3.
Voor de toepassing van dit besluit wordt met een internationale reis gelijkgesteld een trans-Atlantische reis tussen landen van het Koninkrijk of delen daarvan.
4.
Bij regeling van Onze Minister kan worden bepaald dat voor de toepassing van dit besluit ook reizen tussen landen van het Koninkrijk of delen daarvan binnen Caribisch Nederland met een internationale reis gelijk worden gesteld.