HR, 22-11-2019, nr. BK-19/01131
ECLI:NL:HR:2019:1828
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22-11-2019
- Zaaknummer
BK-19/01131
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2019:1828, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑2019; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2019:247
Uitspraak 22‑11‑2019
Inhoudsindicatie
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer 19/01131
Datum 22 november 2019
ARREST
in de zaak van
[X] te [Z] (hierna: belanghebbende)
tegen
het COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE VENLO
op het beroep in cassatie gericht tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 8 januari 2019, nrs. 18/1110 WWB en 18/1111 WWB, betreffende ten aanzien van belanghebbende genomen besluiten ingevolge de Wet werk en bijstand.
1. Het eerste geding in cassatie
Bij arrest van de Hoge Raad van 16 februari 2018, nr. 17/02505, ECLI:NL:HR:2018:204 is vernietigd de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (nrs. 14/5693 WWB en 14/7018 WWB), behoudens de beslissingen omtrent het griffierecht, de proceskosten en de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, met terugwijzing van het geding naar de Centrale Raad van Beroep ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van het arrest.
2. Het tweede geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen het oordeel van de Centrale Raad van Beroep in cassatie ingesteld en daarbij vijf middelen voorgesteld.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het beroep in cassatie heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het beroep in cassatie of omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
4. Proceskosten
De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren A.F.M.Q. Beukers-van Dooren en P.A.G.M. Cools, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 22 november 2019.