Hof Amsterdam, 21-07-2020, nr. 200.234.176/01
ECLI:NL:GHAMS:2020:2084
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
21-07-2020
- Zaaknummer
200.234.176/01
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2020:2084, Uitspraak, Hof Amsterdam, 21‑07‑2020; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:299, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 21‑07‑2020
Inhoudsindicatie
Vordering vernietiging bindend advies Geschillencommissie Wonen afgewezen. Gebondenheid aan het bindend advies is in verband met de inhoud en totstandkoming van het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.234.176/01
zaaknummer rechtbank Noord-Holland : 6036197 \ CV EXPL 17-5035
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 juli 2020
inzake
1. [appellante sub 1] ;
2. [appellant sub 2]
wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,
appellanten, tevens incidenteel geïntimeerden,
advocaat: mr. J. den Hoed te Haarlem,
tegen
EIGENHUIS KEUKENS HOOFDDORP B.V.,
gevestigd te Hoevelaken,
geïntimeerde, tevens incidenteel appellante,
advocaat: mr. D.E. Burgers te Houten.
1. Het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna [appellanten] en Eigenhuis genoemd.
[appellanten] zijn bij dagvaarding van 15 februari 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem (hierna: de kantonrechter) van 15 november 2017, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellanten] als eisers en Eigenhuis als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven, met een bij akte van depot ingediende productie;
- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel, met producties;
- memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties.
Partijen hebben de zaak ter zitting van 3 juni 2020 doen bepleiten, [appellanten] door mr. Den Hoed, en Eigenhuis door mr. Burgers, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Ten slotte is arrest gevraagd.
[appellanten] hebben in principaal appel geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog de vorderingen van [appellanten] zal toewijzen, met veroordeling van Eigenhuis in de kosten van het geding in beide instanties met nakosten en rente. [appellanten] hebben daarnaast gevorderd dat het hof, uitvoerbaar bij voorraad, Eigenhuis zal veroordelen tot terugbetaling, met rente, van hetgeen zij heeft voldaan aan Eigenhuis ter uitvoering van het bestreden vonnis en het bindend advies. In incidenteel appel hebben [appellanten] geconcludeerd tot verwerping.
Eigenhuis heeft in principaal appel geconcludeerd tot bekrachtiging, met veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van [appellanten] in de kosten van het geding in principaal appel, met rente. In incidenteel appel heeft Eigenhuis gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad, dat het hof voor recht zal verklaren dat het gebrek zoals benoemd in r.ov. 5.4 van het bestreden vonnis ziet op de (lichte) sinaasappelstructuur in relatie tot het bezien daarvan bij strijklicht, met veroordeling van [appellanten] in de kosten in incidenteel appel, met rente.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.
2. Feiten
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.5 de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
2.1
[appellanten] hebben op 8 september 2014 een keuken gekocht bij Eigenhuis. De keuken bestond deels uit onderdelen van het merk Siematic en deels uit onderdelen van het merk Salvani. De prijs van de keuken bedroeg € 42.901,40.
2.2
Op 26 mei 2015 is de keuken geleverd. Vrijwel direct na de levering hebben [appellanten] diverse gebreken aan de keuken gemeld bij Eigenhuis. Eigenhuis heeft geprobeerd de gebreken te verhelpen. Dat is gedeeltelijk gelukt.
2.3
Tijdens de installatie van de keuken heeft de monteur van Eigenhuis een meetfout gemaakt ten aanzien van het aanrechtblad. Daardoor kon het afgeleverde aanrechtblad niet worden gemonteerd op stollenwanden van het merk (Salvani) en in het formaat dat tussen partijen was overeengekomen. Eigenhuis heeft het aanrechtblad vervolgens op (smallere) stollenwanden van het merk Siematic gemonteerd.
2.4
In juni 2015 hebben [appellanten] gemeld dat de fronten van de keukenkasten van het merk Salvani een zogenoemde sinaasappelhuid hebben. Dit houdt in dat de lak enigszins bobbelt en, als er licht op de fronten valt, te zien is dat de fronten niet helemaal strak zijn. Eigenhuis heeft nieuwe fronten besteld en geleverd, maar deze waren gelijk aan de eerste fronten. Eigenhuis heeft uiteindelijk aangeboden MDF platen in de juiste maat in de goede kleur te spuiten en de fronten daarmee te vervangen. Dit aanbod is door [appellanten] afgeslagen.
2.5
Ongeveer een half jaar na de levering van de keuken hadden [appellanten] nog een groot aantal klachten. Partijen zijn overeengekomen hun geschil bij bindend advies door de Geschillencommissie Wonen (hierna: de Geschillencommissie) te laten beslechten. De Geschillencommissie heeft onderzoek laten doen door een deskundige. Deze deskundige heeft de keuken in aanwezigheid van [appellanten] geïnspecteerd en zijn bevindingen in een rapport van 16 februari 2017 vastgelegd (het deskundigenrapport). Over het aanrechtblad en de stollenwanden heeft hij opgemerkt: “(…)3. Vaktechnisch oordeel. (…) Het aanrechtblad bij het gedeelte van de kookplaat zou vervangen moeten worden, als hier sprake is van een foutieve levering. (…) Indien er ook sprake is van te smalle stollenwanden (…) dan is het aanrechtblad minimaal 3cm. te smal. (…) 5. Herstel (…) Deels zijn de klachten wel oplosbaar: De stollenwanden vervangen in de juiste kleur. De stollenwanden vervangen, als deze niet de juiste dikte hebben, dit is aan u commissie. (…) Als u van oordeel bent dat de wanden 2,5cm. moeten zijn, zal ook het aanrechtblad vervangen moeten worden. (…)” Ten aanzien van de klacht over de sinaasappelhuid van de Salvani fronten heeft de deskundige het volgende genoteerd: “(…) 3. Vaktechnisch oordeel. (…) De fronten van Salvani type Ergona HL zero 751 hebben een licht sinaasappelstructuur en zijn niet vlak als je tegen het licht in kijkt. (…) Alle fronten van dit merk en dit model hebben dat effect, dit is niet oplosbaar en hoort bij dit product. (…)” De deskundige heeft de omvang van de geconstateerde gebreken aangemerkt als “onopvallend”.
2.6
Op 6 maart 2017 heeft een mondelinge behandeling bij de Geschillencommissie plaatsgevonden. Op dezelfde datum heeft de Geschillencommissie haar bindend advies gegeven. In dit advies heeft de Geschillencommissie het deskundigenrapport tot uitgangspunt genomen: “(…) De commissie heeft een onafhankelijke deskundige gevraagd de keuken bij de consument te beoordelen. Deze heeft een uitgebreid rapport geschreven hetgeen hierboven integraal is herhaald. De commissie heeft geen aanleiding tot twijfel aangaande hetgeen door hem geconstateerd en gerapporteerd is en heeft dan ook geen aanleiding om daarvan af te wijken, op de geconstateerde sinaasappelstructuur en het niet vlak zijn van enkele fronten na. (…) Met betrekking tot de (lichte) sinaasappelstructuur op een aantal fronten is de commissie van oordeel dat de consument dit niet hoefde te verwachten en dat dit afbreuk doet aan de uitstraling van dat deel van de keuken waar deze fronten zitten wanneer zij bij strijklicht worden bekleken. De commissie beoordeelt dit wel als een gebrek maar acht dit niet dermate ernstig om, in samenhang en in proportie met de gehele klacht, de door de consument gewenste ontbinding van het Salvani deel van de keuken toe te wijzen maar acht een genoegdoening op grond van aspectverlies in dit geval op zijn plaats. (…)”
Het bindend advies houdt in dat Eigenhuis het werkblad, de koelkast en de vriezer moet vervangen en alle servicepunten zoals genoemd in het rapport van de deskundige moet nalopen en daarnaast aan [appellanten] een bedrag van € 500,00 moet betalen wegens aspectverlies.
3. Beoordeling
3.1
[appellanten] hebben in eerste aanleg, uitvoerbaar bij voorraad, vernietiging van het bindend advies gevorderd. Verder hebben [appellanten] , uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht gevorderd dat het in de gegeven omstandigheden in verband met de inhoud en de wijze van totstandkoming van het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [appellanten] aan het bindend advies wordt gehouden, een en ander met veroordeling van Eigenhuis in de proceskosten en nakosten, met wettelijke rente. [appellanten] hebben daaraan ten grondslag gelegd dat het bindend advies ten onrechte is gebaseerd op een deskundigenrapport dat evidente fouten bevat en waarin aantoonbare gebreken worden gebagatelliseerd. De deskundige was niet objectief en niet kundig, aldus [appellanten] Verder hebben [appellanten] gesteld dat de Geschillencommissie in het bindend advies niet heeft gemotiveerd waarom het door de commissie geconstateerde gebrek niet leidt tot (partiële) ontbinding van de overeenkomst. Eigenhuis heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
3.2
De kantonrechter heeft de vorderingen van [appellanten] afgewezen. Hij heeft geoordeeld dat gebondenheid van [appellanten] aan het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is. Hij heeft daartoe overwogen dat ten aanzien van de totstandkoming van het bindend advies geen sprake is van een ernstig gebrek nu de Geschillencommissie niet alleen kennis heeft genomen van het deskundigenrapport maar ook van de ingebrachte stukken en van de standpunten die partijen ter zitting kenbaar hebben gemaakt. Verder heeft de kantonrechter overwogen dat bij de waardering van een gebrek een grote bandbreedte bestaat tussen de grenzen van een aanvaardbaar oordeel. De beslissing van de Geschillencommissie om de ernst van het geconstateerde gebrek niet zo groot te achten en daarvoor een bedrag van€ 500 voor aspectverlies toe te kennen, valt niet buiten de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen, aldus de kantonrechter. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komen [appellanten] met twee grieven op.
3.3
Met grief 1 keren [appellanten] zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat ter zake van de totstandkoming aan het bindend advies geen ernstig gebrek kleeft. [appellanten] hebben gesteld dat de Geschillencommissie het beginsel van hoor en wederhoor en het motiveringsbeginsel heeft geschonden. Zij hebben hieraan ten grondslag gelegd dat [appellanten] een bezwaarschrift tegen het deskundigenrapport hebben ingediend bij de Geschillencommissie en dat uit niets blijkt dat de Geschillencommissie dit bezwaarschrift bij haar beslissing heeft meegewogen. Verder heeft de Geschillencommissie nagelaten een beslissing te nemen over de klacht van [appellanten] over de stollenwanden en (dus) ook nagelaten te motiveren waarom die klacht, tezamen met de overige klacht(en), geen (partiële) ontbinding rechtvaardigt. [appellanten] hebben in grief 2 betoogd dat het oordeel van de Geschillencommissie dat het gebrek aan de fronten geen ontbinding rechtvaardigt onjuist is en onvoldoende gemotiveerd, en dat dit oordeel valt buiten de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen. De grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
3.4
Het hof stelt voorop dat het bindend advies kwalificeert als vaststellingsovereenkomst en dat de vorderingen van [appellanten] daarom dienen te worden beoordeeld aan de hand van de maatstaf van artikel 7:904 lid 1 BW. Deze maatstaf biedt slechts een beperkte mogelijkheid aan de burgerlijke rechter om een bindend advies te vernietigen: vernietiging is alleen mogelijk indien de gebondenheid aan een bindend advies in verband met de inhoud of de wijze van totstandkoming daarvan in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van de redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Er kan alleen worden vernietigd als er ernstige gebreken kleven aan het bindend advies, samengevat, als het advies “apert” onjuist is.
3.5
Het is niet in geschil dat [appellanten] een bezwaarschrift tegen het deskundigenrapport hebben ingediend bij de Geschillencommissie. De Geschillencommissie heeft in haar beslissing opgenomen dat zij kennis heeft genomen van de door partijen overgelegde stukken. Zij heeft bij de weergave van het standpunt van [appellanten] vermeld dat [appellanten] ter zitting hebben verklaard dat zij het in hoofdzaak eens waren met de inhoud van het deskundigenrapport, met uitzondering van de beoordeling van (de omvang van) de klacht over de sinaasappelstructuur. Anders dan [appellanten] stellen, volgt uit deze weergave niet dat de Geschillencommissie het bezwaarschrift van [appellanten] over het hoofd heeft gezien, maar (eerder) dat zij ter zitting de bezwaren van [appellanten] tegen het deskundigenrapport heeft geïnventariseerd en afgebakend. Tijdens de zitting hebben [appellanten] hun bezwaren tegen het deskundigenrapport bij de Geschillencommissie aan de orde kunnen stellen, hetgeen zij, naar Eigenhuis onbetwist heeft aangevoerd, ook hebben gedaan. De Geschillencommissie is verder afgeweken van het oordeel van de deskundige dat de sinaasappelstructuur van de fronten van de keukenkasten geen gebrek was, en heeft de bezwaren van [appellanten] over dat oordeel dus juist gehonoreerd. Ook daaruit blijkt dat de Geschillencommissie de bezwaren van [appellanten] tegen het oordeel van de deskundige over de sinaasappelstructuur in aanmerking heeft genomen. Dat de geschillencommissie in haar beslissing niet expliciet verwijst naar het bezwaarschrift van [appellanten] tegen het deskundigenrapport, betekent naar het oordeel van het hof niet dat de Geschillencommissie er geen aandacht aan heeft besteed, noch dat het bindend advies ondeugdelijk is gemotiveerd of het daaraan ten grondslag liggende onderzoek ondeugdelijk is geweest.
3.6
Het is juist dat de Geschillencommissie in haar beoordeling van het geschil niet expliciet is ingegaan op de klacht van [appellanten] over de te smalle stollenwanden. Tussen partijen is niet in geschil dat het aanrechtblad en de stollenwanden met elkaar verbonden zijn. Ook het deskundigenrapport getuigt van die verbondenheid, daar waar (geciteerd onder 2.5) wordt opgemerkt dat, als de stollenwanden moeten worden vervangen, ook het aanrechtblad moet worden vervangen. Eigenhuis heeft erkend dat er een meetfout is gemaakt bij de installatie van het aanrechtblad en heeft daarom aangeboden het aanrechtblad en de bijbehorende stollenwanden te herstellen en te leveren conform de overeenkomst. Hoewel het niet separaat adresseren van de klacht over de stollenwanden een omissie is, vormt dit verzuim naar het oordeel van het hof niet een zo ernstig (totstandkomings)gebrek dat vernietiging van het bindend advies dient te volgen. [appellanten] ondervinden daarvan ook geen nadeel nu Eigenhuis heeft aangeboden het aanrechtblad en de bijbehorende stollenwanden te herstellen en te leveren conform de overeenkomst, en dus hebben [appellanten] onvoldoende belang bij vernietiging van het bindend advies.
3.7
[appellanten] hebben uitvoerig uiteengezet dat en waarom de keuken vanwege de sinaasappelstructuur niet voldoet aan wat zij op basis van de koopovereenkomst mochten verwachten (non-conformiteit). De Geschillencommissie heeft geoordeeld dat de keuken een gebrek heeft; zij heeft immers overwogen dat [appellanten] de (lichte) sinaasappelstructuur op een aantal fronten niet hoefden te verwachten, en dat deze afbreuk doet aan de uitstraling van het deel van de keuken waar de fronten zijn geplaatst wanneer de fronten bij strijklicht worden bekeken. De Geschillencommissie heeft bij haar oordeel dat dit gebrek niet ernstig genoeg is om (partiële) ontbinding van de overeenkomst te rechtvaardigen, betrokken dat alle andere klachten van [appellanten] niet terecht waren of door Eigenhuis worden hersteld, zodat alleen de klacht over de sinaasappelstructuur overbleef. De Geschillencommissie heeft hierbij ook betrokken dat zij geen twijfel heeft over het oordeel van de deskundige, die de klachten als onopvallend heeft gekwalificeerd. Anders dan [appellanten] hebben betoogd, kan dus niet worden gezegd dat de Geschillencommissie haar oordeel dat het gebrek niet ernstig genoeg is om partiële ontbinding te rechtvaardigen, niet heeft gemotiveerd of dat dit oordeel de grenzen waarbinnen redelijk denkende mensen van mening kunnen verschillen, voorbijgaat.
3.8
Gelet op het bovenstaande en met inachtneming van de onder 3.4 genoemde maatstaf, acht het hof gebondenheid van [appellanten] aan het bindend advies in verband met de inhoud en totstandkoming van het bindend advies naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar. [appellanten] hebben geen bewijs aangeboden van feiten die, indien bewezen, tot een andere beslissing zouden leiden. De grieven falen. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. [appellanten] zullen als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in principaal appel.
3.9
In het licht van wat het hof hiervoor heeft overwogen, heeft Eigenhuis geen belang meer bij de bespreking van haar incidentele grief. Een kostenveroordeling in het incidenteel appel blijft daarom achterwege.
4. Beslissing
Het hof:
rechtdoende in principaal en incidenteel appel:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellanten] in de kosten van het geding in principaal hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Eigenhuis begroot op € 726,00 aan verschotten en € 2.148,00 voor salaris, te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen veertien dagen na dit arrest aan de kostenveroordeling is voldaan;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. F.J. Verbeek, G.C. Boot en R.M. de Winter en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2020.