Einde inhoudsopgave
Besluit activiteiten leefomgeving
Artikel 11.129 (plicht tot herbeplanting)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
16-12-2020, Stb. 2021, 22 (uitgifte: 21-01-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Als een houtopstand geheel of gedeeltelijk is geveld, met uitzondering van het periodiek vellen van griend- of hakhout, of als een houtopstand op een andere manier teniet is gegaan, wordt zorg gedragen voor het op bosbouwkundig verantwoorde wijze herbeplanten van dezelfde grond binnen drie jaar na het vellen of tenietgaan van de houtopstand.
2.
Binnen drie jaar na de herbeplanting wordt de beplanting die niet is aangeslagen vervangen.
3.
Degene die de eigendom overdraagt van grond waarvoor een plicht tot herbeplanting geldt, of een beperkt recht op die grond vestigt of overdraagt, stelt de verkrijger op de hoogte van de plicht tot herbeplanting en neemt die plicht uitdrukkelijk op in de akte van levering.