BA 2016/10
Toepasselijkheid ‘correctie-Langemeijer’ op relativiteitsvereiste, beschermingsomvang geschonden norm, rechtszekerheids-, gelijkheids- en vertrouwensbeginsel, dispositie
ABRvS 02-12-2015, ECLI:NL:RVS:2015:3680
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
2 december 2015
- Zaaknummer
201402641/5/R1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Bestuursrecht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2015:3680, Conclusie, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 02‑12‑2015
- Wetingang
Art. 1:2, 8:12a en 8:69a Algemene wet bestuursrecht (Awb); Wet aanpassing bestuursprocesrecht; art. 6:162 lid 1 en 6:163 Burgerlijk Wetboek (BW); art. 9 Verdrag van Aarhus; art. 47 Handvest van de grondrechten van de Europese Unie; art. 2, 6, 8 en 13 Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM); art. 7.16 tot en met 7.19 Wet milieubeheer; art. 1.9 Crisis- en herstelwet (Chw)
Essentie
Toepasselijkheid ‘correctie-Langemeijer’ op relativiteitsvereiste, beschermingsomvang geschonden norm, rechtszekerheids-, gelijkheids- en vertrouwensbeginsel, dispositie
Samenvatting
In deze conclusie wordt betoogd dat de Afdeling de toepassing van het relativiteitsvereiste [van art. 8:69a Awb] in die zin zou moeten corrigeren dat de schending van een wettelijke norm die niet de bescherming beoogt van de belangen van een belanghebbende, en die op zichzelf genomen dus niet tot vernietiging zou kunnen leiden, kan bijdragen tot het oordeel dat het vertrouwensbeginsel of gelijkheidsbeginsel is geschonden, beginselen die wel de bescherming van de belangen van belanghebbende kunnen beogen. Die schending is een noodzakelijke, maar ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.