De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/2.2.2.5.3:2.2.2.5.3 Samenvatting immigratie en remigratie
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/2.2.2.5.3
2.2.2.5.3 Samenvatting immigratie en remigratie
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS363825:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de volgende tabel worden de hoofdlijnen van de verkrijgingsprijsregeling weergegeven. Er wordt geen rekening gehouden met eventuele emigratie, zetelverplaatsing of buitenlandse belastingplicht onder het tot 1 januari 1997 geldende aanmerkelijkbelangregime. Voorts worden de bepalingen van artikel 16, lid 2 en 6-8, Uitv.besl. IB 2001 buiten beschouwing gelaten. Waar wordt verwezen naar artikel 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001, geldt dat bij een in de buitenlandse periode opgetreden waardedaling de step-downbepaling van artikel 16, lid 4, Uitv.besl. IB 2001 van toepassing is.
Gebeurtenis
Termijn
Type vennootschap
Verkrijgingsprijs aandelen
Immigratie aanmerkelijk- belanghouder
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
step-up bij feitelijke vestiging vennootschap in buitenland (geen buitenlandse belastingplicht): art. 4.25, lid 3, Wet IB 2001 jo. 16.3 Uitv.besl. IB 2001
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
step-up bij feitelijke vestiging vennootschap in buitenland: art. 4.25, lid 1, Wet IB 2001
Immigratie na zetelverplaatsing
binnen tien jaar
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
geen step-up, behalve:
- voor zover de waardeaangroei is ontstaan na zetelverplaatsing (vestigingsplaatsfictie art. 7.5, lid 6, Wet IB 2001 was niet van toepassing); of:
- voor zover de waardeaangroei is ontstaan na afloop tienjaarstermijn vestigingsplaatsfictie: art. 4.25, lid 3 en 4, Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
idem: art. 4.25, lid 4, Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besluit. IB 2001
na tien jaar
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
idem als bij immigratie binnen tienjaarstermijn
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
idem als bij immigratie binnen tienjaarstermijn
→ step-up afdwingbaar door inbreng aandelen vóór immigratie in een in het buitenland gevestigde vennootschap (art. 16, lid 11, Uitv. besl. IB 2001 voorkomt dit niet)
Immigratie vennootschap (aanmerkelijk- belanghouder in het buitenland)
geen step-up
→ er ontstaat buitenlandse belas-tingplicht; een step-up zou moeten worden verleend (te regelen in art. 7.6 Wet IB 2001)
Remigratie zon- der toepassing emigratieheffing (aandelen in het buitenland verkregen)
step-up: art. 4.25, lid 2 (en ev. 3), Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001
Remigratie na toepassing emigratieheffing
binnen tien jaar
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
geen step-up, behalve:
- voor zover de waardeaangroei is ontstaan in de periode na emigratie en:
- de vennootschap feitelijk in het buitenland is gevestigd (geen buitenlandse belastingplicht na emigratie): art. 4.25, lid 2 en 3, Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
idem: art. 4.25, lid 2, Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001
na tien jaar
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
idem als bij remigratie binnen tienjaarstermijn
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
idem als bij remigratie binnen tienjaarstermijn
→ step-up afdwingbaar door inbreng aandelen vóór remigratie in een in het buitenland gevestigde vennootschap (art. 16, lid 11, Uitv. besl. IB 2001 voorkomt dit niet)
Remigratie na zetelverplaatsing
binnen tien jaar
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
geen step-up, behalve:
- voor zover de waardeaangroei is ontstaan na zetelverplaatsing (vestigingsplaatsfictie art. 7.5, lid 6, Wet IB 2001 was niet van toepassing); of:
- voor zover de waardeaangroei is ontstaan na afloop tienjaarstermijn vestigingsplaatsfictie: art. 4.25, lid 2-4, Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
idem: art. 4.25, lid 2 en 4, Wet IB 2001 jo. 16, lid 3, Uitv.besl. IB 2001
na tien jaar
naar Nederlands recht opgerichte vennootschap
idem als bij remigratie binnen tienjaarstermijn
naar buitenlands recht opgerichte vennootschap
idem als bij remigratie binnen tienjaarstermijn
→ step-up afdwingbaar, ook voor de vroegere periode van binnenlandse belastingplicht, door inbreng aandelen vóór remigratie in een in het buitenland gevestigde vennootschap (art. 16, lid 11, Uitv. besl. IB 2001 voorkomt dit niet)
De mogelijkheid om in strijd met de bedoeling van de verkrijgingsprijsregeling een step-up af te dwingen na afloop van de tienjaarstermijn van de conserverende aanslagen bestaat alleen bij naar buitenlands recht opgerichte vennootschappen en wordt veroorzaakt doordat artikel 16, lid 11, Uitv.besl. IB 2001 uitsluitend geldt voor de inbreng van aandelen van een vennootschap die feitelijk dan wel fictief ex artikel 4.35 Wet IB 2001 in Nederland is gevestigd. Artikel 16, lid 11, zou zowel moeten zien op vennootschappen die feitelijk in Nederland zijn gevestigd als op vennootschappen waarop de vestigingsplaatsfictie van artikel 7.5, lid 6, Wet IB 2001 van toepassing is geweest, alsmede op gevallen die onder artikel 7.5, lid 7, Wet IB 2001 vielen. Aldus wordt de holdingconstructie ook steeds voor naar buitenlands recht opgerichte vennootschappen voorkomen.