NJ 2020/12
Herstelarrest Hoge Raad i.v.m. overschrijding strafmaximum.
HR 09-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1100, m.nt. P.A.M. Mevis
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
14/05523
- Noot
P.A.M. Mevis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS175008:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1100, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2016:744, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:307, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑04‑2016
- Wetingang
Art. 440 Sv
Essentie
Herstelarrest Hoge Raad i.v.m. overschrijding strafmaximum.
Samenvatting
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 26 april 2016 abusievelijk niet ambtshalve geoordeeld dat het hof aan de verdachte een gevangenisstraf had opgelegd (van 18 jaar) die het strafmaximum (van 13 jaar en vier maanden) overschreed. De Hoge Raad herstelt deze omissie door het eigen arrest (van 26 april 2016) verbeterd te lezen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 14 oktober 2014, nummer 23/004939-13, in de strafzaak tegen [verdachte].
Uitspraak
Hoge Raad:
1. Procesgang in cassatie
1.1
De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.