AB 2015/349
Procespartij in civiel geding. Zelfstandig optreden in burgerlijk geding. Orgaan van een rechtspersoon. Bestuursorgaan. Vertegenwoordigingsbevoegdheid.
HR 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3653, m.nt. F.J. van Ommeren
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2014
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/05885
- Noot
F.J. van Ommeren
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921830:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Politierecht / Organisatie
Staatsrecht (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3653, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑10‑2014
Conclusie, Hoge Raad, 24‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2013
- Wetingang
Essentie
Procespartij in civiel geding. Zelfstandig optreden in burgerlijk geding. Orgaan van een rechtspersoon. Bestuursorgaan. Vertegenwoordigingsbevoegdheid.
Samenvatting
In haar cassatieberoep voor zover gericht tegen de korpschef is Eprom niet-ontvankelijk. Als orgaan van een rechtspersoon mist de korpschef in beginsel de bevoegdheid om zelfstandig in het burgerlijke geding als partij op te treden. Die bevoegdheid is hem niet verleend in art. 27 lid 2 Politiewet 2012, dat bepaalt dat de korpschef de politie in en buiten rechte vertegenwoordigt. Deze bepaling betreft immers slechts de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de korpschef.
Partij(en)
Arrest in de zaak van:
Eprom Organisatie Adviseurs B.V., ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.