AB 2018/289
Huisvestingswetboete. Omzetting naar onzelfstandige woonruimte.
ABRvS 20-06-2018, ECLI:NL:RVS:2018:2042, m.nt. T.I. Oost
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 juni 2018
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, E.J. Daalder, B.J. Schueler
- Zaaknummer
201703819/1/A3
- Noot
T.I. Oost
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS177172:1
- Vakgebied(en)
Volkshuisvesting en wonen / Gemeentelijk woonbeleid
Volkshuisvesting en wonen / Wonen
Vastgoedrecht / Huisvesting
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2042, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑06‑2018
- Wetingang
Art. 21 aanhef en onder c Huisvestingswet 2014; art. 4.2.2 en bijlage 3 Huisvestingsverordening Amsterdam 2016
Essentie
De overtredingen als genoemd in art. 21 Huisvestingswet 2014 dienen te worden gedifferentieerd door de lagere wetgever. Omzetting van zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige is geen onttrekking meer.
Samenvatting
Anders dan de rechtbank is de Afdeling van oordeel dat het college in dit geval niet tot boeteoplegging mocht overgaan. In bijlage 3 bij de Huisvestingsverordening is een boete van € 13.500 vastgesteld voor het zonder vergunning onttrekken van een woning aan de bestemming tot bewoning. Naar het oordeel van de Afdeling is evenwel rechtsonzeker of onder onttrekken ook omzetten van zelfstandige in onzelfstandige woonruimten moet worden verstaan. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.