NJ 2012/345
Kort geding. Opheffing strafvorderlijk executoriaal beslag. Verhaal als bedoeld in art. 575 Sv mogelijk t.a.v. voorwerpen als bedoeld in art. 94a lid 3 Sv die niet eerst in conservatoir beslag zijn genomen?
HR 15-04-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO9629, m.nt. M.J. Borgers (DHL St. Maarten/Sandiford)
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 april 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/03624
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
M.J. Borgers
- LJN
BO9629
- Roepnaam
DHL St. Maarten/Sandiford
- JCDI
JCDI:ADS161417:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Strafprocesrecht / Voorfase
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BO9629, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BO9629, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑12‑2010
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑09‑2009
- Wetingang
Essentie
Kort geding. Opheffing strafvorderlijk executoriaal beslag. Verhaal als bedoeld in art. 575 Sv mogelijk t.a.v. voorwerpen als bedoeld in art. 94a lid 3 Sv die niet eerst in conservatoir beslag zijn genomen?
Nu het Wetboek van Strafvordering niet uitdrukkelijk voorziet in een bevoegdheid van het openbaar ministerie tot het leggen van een strafvorderlijk executoriaal beslag op voorwerpen van een ander zonder dat daaraan een conservatoir beslag op de voet van art. 94a lid 3 Sv is voorafgegaan, en nu in het licht van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.