Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/1054
Profijtontneming uit handel in cocaïne, mensenhandel en leidinggeven aan criminele organisatie. Klacht dat hof de in aanmerking genomen kosten ten onrechte niet aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen heeft ontleend en dat als gevolg daarvan schatting van het voordeel ontoereikend is gemotiveerd faalt. Voldoende is dat feiten waarop de rechter de hoogte van de in mindering te brengen kosten baseert, uit onderzoek ter terechtzitting zijn gebleken.
HR 01-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1478
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
18/04727
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1478, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:738, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑07‑2019
Essentie
Profijtontneming uit handel in cocaïne, mensenhandel en leidinggeven aan criminele organisatie. Klacht dat hof de in aanmerking genomen kosten ten onrechte niet aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen heeft ontleend en dat als gevolg daarvan schatting van het voordeel ontoereikend is gemotiveerd faalt. Voldoende is dat feiten waarop de rechter de hoogte van de in mindering te brengen kosten baseert, uit onderzoek ter terechtzitting zijn gebleken.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 2 november 2018, nummer 23/001404-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.