Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/796 betreffende het Spoorwegbureau van de Europese Unie
Artikel 6 Raadpleging van de sociale partners
Geldend
Geldend vanaf 15-06-2016
- Bronpublicatie:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Inwerkingtreding
15-06-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-05-2016, PbEU 2016, L 138 (uitgifte: 26-05-2016, regelingnummer: 2016/796)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
EU-recht / Instituties
Informatierecht / Europees informatierecht
Vervoersrecht / Railvervoer
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Wanneer de in de artikelen 13, 15, 19 en 36 bedoelde werkzaamheden rechtstreekse gevolgen voor de sociale omgeving of de arbeidsomstandigheden van de werknemers in de spoorwegsector hebben, raadpleegt het Bureau de sociale partners in het kader van het op grond van Besluit 98/500/EG van de Commissie (1) opgerichte Comité voor de sectoriële dialoog. In dat geval kunnen de sociale partners op deze raadplegingen reageren, mits dit binnen de drie maanden gebeurt.
Deze raadpleging vindt plaats voordat het Bureau zijn aanbevelingen aan de Commissie voorlegt. Het Bureau houdt terdege rekening met deze raadpleging en is te allen tijde beschikbaar voor toelichting op zijn aanbevelingen. De door het Comité voor de sectoriële dialoog uitgebrachte adviezen worden, samen met de aanbeveling van het Bureau, door het Bureau aan de Commissie, en door deze aan het comité toegezonden.
Voetnoten
Besluit 98/500/EG van de Commissie van 20 mei 1998 betreffende de oprichting van Comités voor de sectoriële dialoog tussen de sociale partners op Europees niveau (PB L 225 van 12.8.1998, blz. 27).