BNB 2022/60
Naheffing van herziene omzetbelasting over het tijdvak waarin de achteraf bezien ten onrechte belaste levering van een onroerende zaak plaatsvond
HR 25-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:301, m.nt. B.G. van Zadelhoff
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 februari 2022
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
19/04138
- Conclusie
A-G Ettema
- Noot
B.G. van Zadelhoff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS645359:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 25‑02‑2022
ECLI:NL:HR:2022:301, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2020:880, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2020
- Wetingang
Art. 20 AWR; art. 11 lid 1 onderdeel a onder 2° en 15 lid 6 Wet OB 1968; art. 13 en 13a Uitv. besch. OB 1968
Essentie
Naheffing van herziene omzetbelasting over het tijdvak waarin de achteraf bezien ten onrechte belaste levering van een onroerende zaak plaatsvond
Samenvatting
Belanghebbende is een fiscale eenheid. Een van haar BV’s is eigenaar van een onroerende zaak geworden, waarbij de BV voor de heffing van omzetbelasting in de plaats is getreden van de vorige eigenaar. De vorige eigenaar had de ter zake van de bouw van de onroerende zaak in rekening gebrachte omzetbelasting (gedeeltelijk) in aftrek gebracht. Vervolgens heeft de BV de onroerende zaak met gebruik van de optie van heffing van omzetbelasting geleverd aan een derde. Die derde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.