RvdW 2015/702
Geen beperking voeren woord tot verdediging; verwijzing naar pleitnota.
HR 26-05-2015, ECLI:NL:HR:2015:1340
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 mei 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, N. Jörg
- Zaaknummer
13/04822
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1340, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:477, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑03‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑06‑2014
- Wetingang
Art. 6 lid 3 EVRM; art. 311 Sv
Essentie
1. De raadsman van de verdachte heeft in beginsel het recht aan te voeren wat hem in het belang van de verdediging dienstig voorkomt, maar dit betekent niet dat hij het recht heeft gedurende onbeperkte tijd het woord ter verdediging te voeren. Een begrenzing van de voor het houden van pleidooi beschikbare tijd brengt niet zonder meer mee dat de raadsman de hem toekomende verdedigingsrechten niet voldoende heeft kunnen uitoefenen. Nu de verdediging op de verschillende terechtzittingen in hoger beroep ampel het woord heeft gevoerd over inhoudelijke en procedurele aangelegenheden alsmede de beperking van de spreektijd tevoren aan de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.