Einde inhoudsopgave
Wet financiële markten BES
Artikel 3:8 (integere bedrijfsuitoefening)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2015
- Bronpublicatie:
19-11-2014, Stb. 2014, 472 (uitgifte: 05-12-2014, kamerstukken: 33918)
- Inwerkingtreding
01-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2014, Stb. 2014, 534 (uitgifte: 19-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Financiële dienstverlening / Financieel toezicht
1.
Een financiële onderneming voert een adequaat beleid voor een integere uitoefening van haar bedrijf, en richt haar bedrijfsvoering zodanig in dat de integere uitoefening van haar bedrijf is gewaarborgd.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de integere uitoefening van het bedrijf. Deze regels kunnen betrekking hebben op:
- a.
het tegengaan van belangenverstrengeling;
- b.
het tegengaan van het witwassen van geld of de financiering van terrorisme, alsmede de naleving van de bij of krachtens de Sanctiewet 1977 met betrekking tot het financieel verkeer gestelde regels;
- c.
het tegengaan van strafbare feiten of andere wetsovertredingen door de onderneming of haar werknemers, die het vertrouwen in de onderneming of in de financiële markten kunnen schaden;
- d.
relaties met consumenten, cliënten of andere derden, die het vertrouwen in de onderneming of in de financiële markten kunnen schaden;
- e.
andere handelingen door de onderneming of haar werknemers, die zodanig ingaan tegen hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt dat daardoor het vertrouwen in de onderneming of in de financiële markten kan worden geschaad.