RvdW 2013/454
Verdediging heeft niet de gelegenheid gehad getuige te ondervragen; geen schending art. 6 EVRM.
HR 19-03-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4480
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 maart 2013
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, W.F. Groos, Y. Buruma
- Zaaknummer
11/04547
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- LJN
BZ4480
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2013:BZ4480, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑03‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BZ4480, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑04‑2012
- Wetingang
Art. 6 lid 3 EVRM; art. 288, 338 Sv
Essentie
De voor het bewijs gebezigde verklaring van de getuige ten aanzien van wie de verdediging niet in enig stadium van het geding de gelegenheid heeft gehad deze te (doen) ondervagen vindt in voldoende mate steun in andere bewijsmiddelen, zodat geen inbreuk is gemaakt op het recht van de verdachte op een eerlijk proces en diens ondervragingsrecht in de zin van art. 6 lid 1 en 3 EVRM. De klacht dat aan de verdachte niet een aan de eisen van een behoorlijke en effectieve verdediging beantwoordende compensatie is geboden voor het ontbreken van de mogelijkheid tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.