BNB 2012/39
Aftrekbaarheid verlies op een oninbare rentevordering in geval van een onzakelijke lening aan een aandeelhouder
HR 25-11-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BR4813, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 november 2011
- Magistraten
Mrs. Bavinck, Leemreis, Overgaauw
- Zaaknummer
10/05394
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
BR4813
- JCDI
JCDI:ADS172812:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BR4813, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BR4813, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑11‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑07‑2011
- Wetingang
Art. 8 Wet Vpb. 1969
Essentie
Aftrekbaarheid verlies op een oninbare rentevordering in geval van een onzakelijke lening aan een aandeelhouder
Samenvatting
De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk omdat het niet tijdig is gemotiveerd.
Uitgebreide conclusie van de A-G, met rechtsvergelijkende beschouwingen, over aftrekbaarheid van het verlies op een oninbare rentevordering in geval van een onzakelijke lening aan een aandeelhouder.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van X Holding B.V. te Z (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 2 november 2010, nr. 10/00093, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting.