Module Nationaliteitsrecht 2018/873
Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). Nationaliteitsrecht en IPR.
HR 19-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:942
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 mei 2017
- Zaaknummer
16/05572
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Internationaal privaatrecht (V)
Burgerzaken / Burgerlijke stand
Personen- en familierecht / Personenrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:942, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:104, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑02‑2017
Essentie
Prejudiciële vragen (art. 392 Rv). Nationaliteitsrecht en IPR.
Samenvatting
Verkrijging van rechtswege van Nederlanderschap door kind uit polygaam huwelijk (art. 3 lid 1 RWN)? Erkenning van buitenslands tot stand gekomen rechtsfeit waarbij familierechtelijke betrekking is vastgesteld (Marokkaanse geboorteakte) (art. 10:101 BW in verbinding met art. 10:100 BW), indien ten tijde van de geboorte sprake was van polygaam huwelijk (art. 10:32 BW). Betekenis van voorvraag (art. 10:4 en 10:33 BW) en fait accompli-exceptie (art. 10:9 BW); betekenis van art. 3 IVRK. Tijdstip met ingang waarvan erkenning ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.